Nieuws

Failliet, of toch niet?

Gepubliceerd op 4 jan. 2019

Insolvency 96596 960 720
Als we sommige nieuwsberichten mochten geloven, leek het faillissement van geldtransporteur SecurCash al in kannen en kruiken. De rechtbank Den Haag dacht daar anders over, en wees het faillissementsverzoek dat SecurCash zelf had ingediend tot haar grote ontsteltenis af.[1] Een schuldenaar kan relatief makkelijk failliet worden verklaard. Als een schuldenaar zelf het faillissement aanvraagt, wordt hij in principe failliet verklaard zodra blijkt dat hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Meestal wordt zo’n toestand snel aangenomen. Tegen deze achtergrond was het dan ook best verrassend dat de rechtbank Den Haag het faillissementsverzoek van SecurCash afwees. De rechtbank overwoog dat ook als aan de vereisten voor faillietverklaring is voldaan, een faillissementsaanvraag kan worden afgewezen als daarbij een redelijk belang ontbreekt en/of zij misbruik van bevoegdheid oplevert. Volgens de rechtbank was daarvan sprake, onder andere omdat het bedrijf nog voldoende geld had om haar gewone schuldeisers (anders dan moeder- en zustervennootschappen) te betalen. Daardoor kon de rechtbank zich niet aan de indruk onttrekken dat de eigen faillissementsaanvraag tot doel had om op eenvoudige wijze van een groot aantal arbeids- en huurovereenkomsten af te komen. Het oordeel van de rechtbank Den Haag mag dan verrassend zijn, zij past wel in een aantal uitspraken van recentere datum waarin een faillissement om soortgelijke redenen geen doorgang vond.[2] Al met al lijken rechters steeds meer geneigd te zijn een faillissementsverzoek af te wijzen, zodra zij het idee krijgen dat het faillissement niet zal worden gebruikt waarvoor dat eigenlijk is bedoeld, namelijk het vermogen van de schuldenaar te gelde maken en de opbrengst daarna verdelen onder de schuldeisers. Hierdoor lijkt de eens zo makkelijke faillietverklaring steeds een beetje moeilijker te bereiken. Freek Roosmale Nepveu [1] Rechtbank Den Haag 3 januari 2019, ECLI:NLRBDHA:2019:27 en ECLI:NL:RBDHA:2019:29. [2] Vergelijk bijvoorbeeld Hoge Raad 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3636 en Hof Arnhem-Leeuwarden 17 september 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6884.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief