Brexit en de gevolgen voor het sociale zekerheidsstelsel (3/3)

In onze vorige arbeidsrechtelijke afleveringen van de artikelenreeks What’s for Brexit werd besproken wat de gevolgen van de Brexit zijn voor de Nederlandse werknemer in het Verenigd Koninkrijk en de Britse werknemer in Nederland.

In deze derde aflevering wordt besproken wat de gevolgen van de Brexit zijn voor de sociale zekerheid van werknemers die zich in grensoverschrijdende situaties tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk bevinden.

  1. Achtergrond

De lidstaten van de EU zijn in beginsel vrij om hun eigen sociale zekerheidsstelsels te hanteren. Tussen de verschillende lidstaten bestaan dan ook grote verschillen op het gebied van sociale zekerheid. Om ervoor te zorgen dat deze verschillen niet voor problemen zorgen op de vrije markt, is er binnen de Europese Unie een coördinatiesysteem opgezet. Deze regels liggen vast in een Europese verordening  (de Verordening EG Nr. 883/2004). Dit systeem coördineert  de verschillende regels binnen alle sociale zekerheidsstelsels van de EU-lidstaten. Het gaat daarbij nadrukkelijk om een coördinatie en niet om harmonisatie van de verschillende stelsels. Het coördinatiestelsel bepaalt bijvoorbeeld welke wetgeving van toepassing is in een grensoverschrijdende situatie. Daarbij wordt uitgegaan van de hoofdregel dat een persoon sociaal verzekerd is in het land waar deze werkt c.q. economisch actief is. In het geval dat iemand niet werkt dan is deze sociaal verzekerd in het woonland. Uitzonderingen op deze hoofdregel zijn geregeld voor bijvoorbeeld werknemers die worden gedetacheerd van de vestiging van het bedrijf waarvoor deze werkt in de ene lidstaat naar de vestiging in een andere lidstaat, of de situatie dat iemand in meerdere lidstaten tegelijk werkzaam is.

Tot en met 31 december 2020 gold een overgangsperiode waarin alle Europese regels van toepassing bleven. De sociale verzekeringspositie van een werknemer die zich tot en met 31 december 2020 in een grensoverschrijdende relatie tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk bevond, werd vastgesteld aan de hand van de Europese regels. Na de Brexit-overgangsperiode is dit coördinatiestelsel echter niet meer van toepassing. De vrees bestond dat het uitblijven van een akkoord over de coördinatie van sociale zekerheid tot grote problemen zou hebben geleid voor werkgevers met werknemers in grensoverschrijdende situaties. In dat geval had de sociale verzekeringsplicht moeten worden vastgesteld op grond van de nationale sociale zekerheidswetgeving van beide landen. Dit had ertoe kunnen leiden dat een werknemer dubbel verzekerd zou zijn, of juist helemaal niet verzekerd. Daarnaast zou ook sprake kunnen zijn van dubbele premiebetaling of juist de situatie waarin er helemaal geen premies zouden worden betaald.

Wat verandert er op 1 januari 2021?

Op de valreep van 2020 zijn er toch afspraken gemaakt tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk om dit te voorkomen.

2.1       Er was sprake van een grensoverschrijdende situatie vóór 1 januari 2021

Voor de werknemer die zich op 31 december 2020 in een grensoverschrijdende relatie tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk bevond en waarbij dit ook na 31 december 2020 zo blijft, verandert er niets. Deze werknemer valt dan onder het terugtrekkingsakkoord[1]. Op grond van dit akkoord behouden burgers de rechten als wordt voldaan aan de voorwaarden die in het akkoord worden gesteld. Onder deze rechten valt ook de coördinatie van de sociale zekerheidsrechten. De verzekeringspositie van deze werknemer wordt dus ook na 31 december 2020 vastgesteld aan de hand van de Europese regels.

Voor vanuit Nederland gedetacheerde werknemers geldt dat, als zij op 31 december 2020 al gedetacheerd waren in het Verenigd Koninkrijk, de Nederlandse A1-verklaring geldig blijft als aan de voorwaarden van deze verklaring is voldaan. In de A1-verklaring staat in welk land de werknemer verzekerd is, zodat er geen dubbele premies voor sociale verzekeringen hoeven worden betaald. Voor Britse werknemers die voor 31 december 2020 in Nederland al in Nederland werkten geldt ook dat zij onder het terugtrekkingsakkoord vallen en er na de overgangsperiode niets voor deze werknemers verandert.

Personen die een sociale uitkering uit Nederland ontvangen, en vóór 1 januari 2021 in het Verenigd Koninkrijk zijn gaan wonen, kunnen deze uitkering ook na de overgangsperiode behouden. Voor Nederlanders die na de overgangsperiode naar het Verenigd Koninkrijk vertrekken, is in het handels- en samenwerkingsakkoord geregeld dat de sociale zekerheidsrechten in veel gevallen beschermd blijven. De overheid bekijkt nu met uitvoerders van sociale zekerheid hoe deze afspraken verder worden geïmplementeerd.

2.2       Er is pas sprake van een grensoverschrijdende situatie na 31 december 2020

Als er pas na 31 december 2020 sprake is van een grensoverschrijdende situatie, dan valt de werknemer niet onder het terugtrekkingsakkoord. In dat geval valt de werknemer onder de handels- en samenwerkingsovereenkomst die de EU en het VK hebben gesloten.

Wanneer een werknemer na 31 december 2020 voor de eerste keer naar Nederland komt om hier te werken, of wanneer een Nederlander naar het Verenigd Koninkrijk gaat om daar te werken, dan wordt de verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen en werknemersverzekeringen vastgesteld aan de hand van de afspraken die de EU en het VK daarover hebben gemaakt. Wat dit precies betekent, onderzoekt de Belastingdienst op dit moment.

2.3       Gedetacheerde medewerkers

Ook na 31 december 2020 blijft de algemene regel dat premies verschuldigd zijn in het land waar de werknemer werkt. In het protocol behorend bij het de handels-en samenwerkingsovereenkomst is echter ook een uitzondering gemaakt voor werknemers die worden gedetacheerd. Voor Britse werknemers die gedetacheerd worden naar een lidstaat van de EU blijft het mogelijk om alleen in het Verenigd Koninkrijk premies te blijven betalen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo mag de duur van de werkzaamheden in het andere land maximaal 24 maanden bedragen en mag de werknemer in kwestie niet worden uitgezonden om een andere gedetacheerde werknemer te vervangen. Daarnaast moet de EU-lidstaat in kwestie besloten hebben om deze regels toe te passen. De EU-lidstaten moeten vóór 1 februari 2021 aangeven of zij de regels voor gedetacheerde werknemers gaan toepassen.

Deze nieuwe regels zijn niet van toepassing op detacheringen die zijn begonnen vóór 1 januari 2021 onder de voorwaarde dat de omstandigheden van de medewerker ongewijzigd blijven. Voor de werknemer die zich op 31 december 2020 in een grensoverschrijdende relatie tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk bevond en waarbij dit ook na 31 december 2020 zo blijft, verandert er dus niets omdat deze werknemer onder het terugtrekkingsakkoord valt.

Heeft u vragen over de gevolgen van Brexit op het sociale zekerheidstelsel? Neem dan gerust contact met ons op.

 

[1] https://ec.europa.eu/info/relations-united-kingdom/eu-uk-withdrawal-agreement_en