Aansprakelijkheidslimiet

zeilboot

Aansprakelijkheidslimiet personenvervoer binnenwateren

Geldt de aansprakelijkheidslimiet voor personenvervoer over binnenwateren uit 1991 nog steeds? Is een beroep op de limiet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid? Kan de rechter de limiet zelf aanpassen? De Hoge Raad spreekt zich uit.

De aanleiding

Een toeristisch zeiltochtje op het Grevelingenmeer komt op bijzonder onplezierige wijze tot een einde: de giek van de zeilboot breekt na een gijpmanoeuvre over een lengte van vier meter en komt terecht op een van de opvarenden. Deze loopt daardoor ernstig en blijvend letsel op.

De eigenaar van het zeilschip heeft een aansprakelijkheidsverzekering. Zijn verzekeraar keert €137.000,- uit. Het bedrag van € 137.000 is gebaseerd op de aansprakelijkheidslimiet die geldt voor personenvervoer op de Nederlandse binnenwateren (art. 8:893 lid 1 BW jo. Besluit ex art. 983 van Boek 8 BW uit 1991). Het ongeval vindt plaats in 2007.

De schade van het slachtoffer komt ver boven de limiet uit: hij vordert in rechte een bedrag van € 600.000,-. Is een beroep op de aansprakelijkheidslimiet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW)?

De Hoge Raad

De Hoge Raad stelt voorop dat de aansprakelijkheid van vervoerders in veel gevallen wordt gelimiteerd in verdragen en daarop gebaseerde Nederlandse wetgeving. Die aansprakelijkheidslimieten proberen een aanvaardbaar evenwicht te bewerkstelligen tussen kosten, opbrengsten, risico’s en verzekerbaarheid van het vervoer. Vergelijkbare limieten zijn veelal aanmerkelijk verhoogd, ook heeft er aanmerkelijke geldontwaarding plaatsgevonden en heeft de regering onderkend dat verhoging wenselijk is.

De hoogte van de aansprakelijkheidslimiet uit 1991 is heroverwogen, maar niet verhoogd bij besluit van 2008. Hoewel de regering destijds internationale ontwikkelingen wilde afwachten, kan dat niet rechtvaardigen dat de limiet in het geheel niet verhoogd is sinds 1991. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de regering, ook met het oog op de geldontwaarding, toen in redelijkheid niet heeft kunnen afzien van verhoging van de limiet.

De belangrijke vraag die vervolgens speelt is of de rechter zelf kan voorzien in verhoging van de limiet. Gaat de rechter dan niet op de stoel van de wetgever zitten? De Hoge Raad meent dat de rechter inderdaad de limiet kan aanpassen aan de opgetreden geldontwaarding. Die verhoging laat zich naar objectieve maatstaven bepalen. Het beroep op de limiet is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar voor zover die limiet niet is aangepast aan de geldontwaarding tussen 1991 en 2007.

Voor aanpassing van de limiet op grond van het feit dat voor andere vervoersmodaliteiten al hogere limieten golden (voor personenvervoer over de weg en over spoor- en tramwegen bijvoorbeeld, € 1.000.000), is geen plaats. De hoogte van de limiet wordt ook gerechtvaardigd door de risico’s en omstandigheden van de desbetreffende vervoersmodaliteit en door de verschillen in internationale regelingen van het vervoer.

Slotsom

De aansprakelijkheidslimiet voor personenvervoer op de binnenwateren op grond van art. 8:983 lid 1 BW, die sinds 1991 € 137.000 bedraagt, kan dus niet zonder meer worden toegepast. Om te voorkomen dat een beroep op de limiet, die is neergelegd in een algemene maatregel van bestuur, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, moet rekening gehouden worden met de geldontwaarding die sinds 1991 is opgetreden. De rechter kan de limiet aanpassen.

Wanneer in de toekomst een vordering wordt ingesteld naar aanleiding van een personenongeval op de binnenwateren, dan geldt waarschijnlijk het volgende. Heeft het ongeval plaatsgevonden ná het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart, waarbij alleen een limiet per gebeurtenis is toegestaan, dan zou de rechter de limiet buiten toepassing kunnen verklaren. Dat verdrag geeft immers een objectieve factor aan met een richtbedrag per gebeurtenis.

Heeft u vragen over de gevolgen van deze uitspraak voor de aansprakelijkheid van vervoerders? Neem dan contact op met één van onze gespecialiseerde aansprakelijkheid, verzekering & vervoeradvocaten: Martine Bouman of Barend Stroetinga

Dit artikel is geschreven door Janet van de Bunt, medewerker van het Wetenschappelijk Bureau van Holla advocaten.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?