Nieuws

Is de verzekeraar gehouden de schade na een tweede storm te vergoeden, als de schade na een eerste storm nog niet is hersteld?

Gepubliceerd op 14 mrt 2025

Onze mensen

I Stock 1453955523

Is de verzekeraar gehouden de schade na een tweede storm te vergoeden, als de schade na een eerste storm nog niet is hersteld?

Eiser heeft tweemaal schade geleden aan zijn kas door twee verschillende stormen. De rechtbank Gelderland heeft in haar vonnis van 8 januari 2025 een oordeel gegeven over de schade door de tweede storm, waarbij de schade door een eerdere storm nog niet was hersteld. De verzekeraar nam het standpunt in dat eiser de schadebeperkings- en bereddingsplicht had verworpen.

Waar ging de zaak over?

Eiser had een opstalverzekering bij Achmea afgesloten. Na een storm van 18 juni 2021 is schade ontstaan aan de constructie en aan het glas van een houten kas. Hierdoor zijn de afdekkers van de kas los komen te liggen en is het glas deels gebroken. Eiser heeft de volgende dag de schade gemeld bij Achmea. In de toepasselijke voorwaarden is onder andere opgenomen dat schade aan glas van kassen niet verzekerd is. Schade aan de constructie is wel verzekerd.

Een schade-expert heeft in opdracht van Achmea op 24 september 2021 eiser bezocht om de schade op te nemen. Namens de schade-expert is contact gelegd met een bedrijf om de schade te herstellen. Dit bedrijf is in januari of februari 2022 langsgeweest om de schade te beoordelen. De schade-expert en het bedrijf hebben de omvang van de schade niet vastgesteld.

Op 18 februari 2022 is wederom schade aan de kas ontstaan door een tweede storm. Opnieuw heeft eiser deze schade bij Achmea gemeld.

Eiser vordert vergoeding van de (volledige) schade aan de kas die is ontstaan door storm 2. Vast staat dat er sprake is van een gedekt evenement. Eiser stelt zich op het standpunt dat Achmea de gehele schade (van storm 2) dient te vergoeden, omdat Achmea volgens eiser tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst door de schade van storm 1 niet tijdig vast te (laten) stellen of goedkeuring te geven voor herstel of noodreparatie. Als gevolg hiervan is volgens eiser de schade van storm 2 ontstaan. Achmea stelt op haar beurt dat de schade van storm 2 is ontstaan, omdat eiser na storm 1 geen schadebeperkende maatregelen heeft getroffen. Eiser had volgens Achmea de losliggende afdekkers moeten verwijderen of vastzetten en het glas moeten herstellen.

Het oordeel van de rechtbank

Schadebeperkende maatregelen

Allereerst overweegt de rechtbank dat het uitgangspunt is dat Achmea de hoogte van de schade vaststelt (art. 22 van de polisvoorwaarden). Nadat de schade is vastgesteld, betaalt Achmea het schadebedrag uit zodat de verzekerde de schade kan (laten) herstellen of Achmea zorgt ervoor dat de schade wordt hersteld (art. 24 van de polisvoorwaarden). In de tussentijd is de verzekerde gehouden om, binnen redelijke grenzen, schadebeperkende maatregelen te nemen (art. 21 van de polisvoorwaarden en art. 7:957 BW).

Achmea heeft naar het oordeel van de rechtbank na de eerste storm nagelaten om de hoogte van de schade vast te stellen. Zij heeft in plaats daarvan aan eiser aangeboden om op zoek te gaan naar een schadehersteller. Dat brengt volgens de rechtbank mee dat Achmea op grond van haar verzekeringsovereenkomst met eiser gehouden is om zowel de schade aan de constructie vast te stellen als deze te herstellen. Beide partijen gaan ervan uit dat deze schade niet was ontstaan als de houten constructie inclusief afdekkers eerder was hersteld door Achmea.

Het betoog van Achmea dat eiser in de nakoming van zijn verplichting om de schade aan de constructie na storm 2 te herstellen heeft geblokkeerd door – anders dan was overeengekomen – niet een stuk afdekker te sturen naar het bedrijf wordt door de rechtbank verworpen. Eiser heeft namelijk gesteld – en destijds ook aan de schade-expert laten weten – dat hij wel een stuk afdekker heeft gestuurd, maar dat dit blijkbaar niet is aangekomen. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van schuldeisersverzuim nu niet is komen vast te staan dat eiser geen uitvoering heeft gegeven aan de afspraken en het op de weg van Achmea lag om de voortgang te bewaken nu zij het op zich had genomen om de schade te herstellen.

Naar het oordeel van de rechtbank komt Achmea geen beroep toe op het niet nemen van schadebeperkende maatregelen door eiser. De rechtbank komt tot dit oordeel, doordat Achmea eiser heeft aangeboden om op zoek te gaan naar een schadehersteller waardoor zij de verplichting om de schade te herstellen naar zich toe heeft getrokken. Vervolgens heeft Achmea volgens de rechtbank nagelaten tijdig de schade vast te stellen en te herstellen. Onder die omstandigheden oordeelt de rechtbank dat Achmea niet van eiser kan verlangen dat hij zelf de schade aan het glas herstelt en de afdekkers repareert. Gesteld noch gebleken is bovendien dat Achmea eiser op enig moment voorafgaand aan storm 2 heeft opgedragen om specifieke schadebeperkende maatregelen te nemen.

Bereddingsmaatregelen

Ten aanzien van het beroep van Achmea dat eiser bereddingsmaatregelen op grond van art. 7:957 BW had moeten nemen, oordeelt de rechtbank dat het bij bereddingsmaatregelen dient te gaan om kosten die noodzakelijk zijn om onmiddellijk dreigende schade af te wenden. Achmea heeft naar het oordeel van de rechtbank nagelaten te stellen dat sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar, van welk gevaar overigens ook niet is gebleken nu pas acht maanden na de eerste storm zich een tweede calamiteit voordeed.

De rechtbank komt tot de slotsom dat Achmea gehouden is de volledige schade aan de kas, inclusief de schade aan het glas, te vergoeden. De schade aan het glas is naar het oordeel van de rechtbank immers het gevolg van het handelen, althans het nalaten van Achmea. Aldus wordt de vordering van eiser ten aanzien van de herstelkosten toegewezen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief