Nieuws
Schadevergoeding bij mislukte aandelenovername en deelnemingsvrijstelling
Gepubliceerd op 27 jul 2020

Inleiding
Op 10 juli jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen betreffende de toepassing van de deelnemingsvrijstelling op een schadevergoeding voor een mislukte aandelenovername. Naar aanleiding van een mislukte aandelenovername in een Poolse staatsmaatschappij heeft de Hoge Raad het fiscale landschap dienaangaande verduidelijkt.
Een consortium bestaande uit een Nederlandse B.V. en een Poolse S.A. sloot in 1999 op basis van een “Share Purchase Agreement” met de “State Treasury of the Republic of Poland” een overeenkomst over de verwerving van een participatie in een Poolse staatsmaatschappij. Het consortium verwierf hiermee 30% van de aandelen in de Poolse staatsmaatschappij. In de overeenkomst was bovendien de toekomstige overname van nog een 21%-pakket overeengekomen. Door een wisseling in de Poolse politiek en het daardoor gewijzigde privatiseringsbeleid was het onmogelijk geworden om het 21%-belang te verwerven. Partijen kwamen een schadevergoeding van bijna EUR 1,2 miljard overeen.
In zijn arrest van 10 juli 2020 verduidelijkt de Hoge Raad wanneer sprake is van een deelneming. Dit is bepalend voor de vraag of een schadevergoeding voor een mislukte aandelenovername al dan niet belast is.
Feitelijk en rechtens afdwingbaar recht op levering
De Hoge Raad borduurt voort op zijn arrest van 23 september 2016. In het laatstgenoemde arrest overwoog de Hoge Raad dat een pakket aandelen bij de koper pas een deelneming zal vormen nadat een overeenkomst is gesloten waarbij over en weer verplichtingen ontstaan: de verkoper zich heeft verplicht de aandelen te leveren en de koper zich heeft verplicht de op verwerving van die aandelen gerichte tegenprestatie(s) te leveren.
In de precontractuele fase van een beoogde aankoop van een aandelenpakket kan daarom nog geen sprake kan zijn van een deelneming. Ook indien de onderhandelingen in een zodanig stadium zijn geraakt dat partijen zich niet zonder meer daaruit kunnen terugtrekken is nog geen sprake van een deelneming.
In het arrest van 10 juli 2020 heeft de Hoge Raad vervolgens verduidelijkt dat in de volgende gevallen een aandelenpakket niet een deelneming is indien:
- slechts een "intentie-overeenkomst" ter zake van de verwerving van de aandelen;
- een (ver-)koopovereenkomst van aandelen is gesloten waarbij de verplichting tot levering afhankelijk is van een opschortende voorwaarde;
- de overeengekomen (onvoorwaardelijke) verplichting tot levering van aandelen aan de belastingplichtige feitelijk of rechtens onuitvoerbaar is (geworden) ten gevolge van buiten de macht van de belastingplichtige gelegen omstandigheden.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.