Nieuws

Profvoetballer op zijn teentjes getrapt door uitlating van voetbalcommentator

Gepubliceerd op 23 jun. 2023

Stadium 918830 960 720
Over smaak valt te twisten. Wat de een grappig vindt, kan voor een ander kwetsend zijn. Afhankelijk van de situatie zal een niet in goede aarde gevallen grap veelal eindigen in een (korte) ongemakkelijke situatie. Dat dit niet altijd zo afloopt en zelfs kan leiden tot een gerechtelijke procedure blijkt uit een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. In deze kwestie diende de rechtbank de vraag te beantwoorden of een voetbalcommentator onrechtmatig handelde door gedurende een live-uitzending een beledigende opmerking over het uiterlijk van een profvoetballer te maken. Hoewel de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland is geanonimiseerd, is het voor de voetbalkenner duidelijk om welke voetballer en voetbalcommentator het gaat.

Wat was er aan de hand?

Op woensdag 24 november 2021 werd om 18:45 uur op een Nederlandse sportzender een Champions League wedstrijd uitgezonden. Toen eiser voorafgaand aan de wedstrijd in beeld kwam, maakte de van dienst zijnde voetbalcommentator de volgende opmerking: “[club 5]* heeft ontheffing aangevraagd voor het laten meespelen van [eiser]. Die is namelijk zó lelijk. Normaal gesproken mag hij op dit tijdstip niet spelen omdat er veel kinderen kijken.” *Betreft de club waar eiser voor speelde.  Eiser is een profvoetballer uit Kroatië die in Nederland een dubieuze reputatie heeft aangezien hij eerder in verband is gebracht met matchfixing. De Nederlandse sportzender heeft het fragment met de hiervoor geciteerde uitlating van de sportcommentator op haar Twitter-account geplaatst en nadien weer verwijderd. Het fragment zorgde in Kroatische media voor veel ophef. Dat het commentaar eiser ook niet onberoerd liet, blijkt wel uit het feit dat hij een procedure is gestart tegen de voetbalcommentator en de Nederlandse sportzender. Eiser stelt in deze procedure dat de sportverslaggever onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door voornoemde uitlating. Daarnaast acht eiser de Nederlandse sportzender aansprakelijk als werkgever van de voetbalcommentator en wegens het verspreiden van het fragment op Twitter. In dat kader vordert eiser een verklaring voor recht dat de voetbalcommentator en de Nederlandse sportzender onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld, vordert eiser dat de voetbalcommentator en de Nederlandse sportzender een rectificatie plaatsen en vordert eiser hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een immateriële schadevergoeding van €5.000,-.

Misplaatst en onnodig

Eiser stelt dat het commentaar niet alleen misplaatst en onnodig (grievend) is, maar ook evident vernederend en beledigend. Volgens eiser brengt de maatschappelijke zorgvuldigheid met zich dat een uitlating die resulteert in een aantasting van de goede eer en naam slechts in het openbaar mag worden geuit als daarvoor een feitelijke onderbouwing bestaat, die volgens eiser ontbreekt. Bovendien is eiser van oordeel dat met de uitlating van de voetbalcommentator geen maatschappelijk doel wordt gediend waardoor volgens eiser in de gegeven omstandigheden minder gewicht toekomt aan het recht op vrijheid van meningsuiting. Daarnaast is eiser van oordeel dat de Nederlandse sportzender door het verspreiden van het fragment op Twitter een essentiële en onmisbare rol heeft gespeeld in de aantasting van zijn eer en goede naam. De voetbalcommentator en de Nederlandse sportzender betwisten dat de uitlating onrechtmatig was. Volgens hen zou het een grap betreffen waarbij het niet onrechtmatig is om iemand ‘lelijk’ te noemen. Dat eiser gekwetst is door het commentaar kunnen zij begrijpen, echter maakt dat volgens hen het commentaar op zichzelf niet onrechtmatig. Nu er sprake is van een grap en geen feitelijke beschuldiging, hoefde de voetbalcommentator ook geen feitelijke onderbouwing te leveren voor zijn uitlating. Bovendien was het duidelijk dat het een grap betrof en de voetbalcommentator met zijn opmerking niet heeft bedoeld dat er daadwerkelijk een ontheffing diende te worden aangevraagd voor het uitzenden van de wedstrijd. Daarnaast is eiser een profvoetballer en dient hij volgens gedaagden meer kritiek te dulden dan niet-publieke figuren.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt vast dat er in deze kwestie twee grondrechten centraal staan. Aan de ene kant staat het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 7 Grondwet en art. 10 EVRM) en aan de andere kant staat het recht op eerbiediging van de goede eer en naam (art. 10 Grondwet en art. 8 EVRM). Volgens de rechtbank bestaat er geen rangorde tussen deze twee grondrechten. Derhalve dient aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval beoordeeld te worden welk grondrecht prevaleert. De rechtbank is van oordeel dat de uitlating van de voetbalcommentator kwalificeert als een misplaatste en smakeloze grap. Daarbij was het volgens de rechtbank voor de gemiddelde kijker duidelijk dat het om een grap ging. Niemand zal de uitlating zo hebben opgevat dat de voetbalcommentator eiser daadwerkelijk lelijk vindt en dat een ontheffing moest worden aangevraagd voor het uitzenden van de wedstrijd. Omdat er geen sprake is van een feitelijke uitlating, hoeft de uitlating van de voetbalcommentator ook geen steun te vinden in het feitenmateriaal. De rechtbank merkt op dat een uitlating die beledigend, vernederend of misplaatst is niet automatisch onrechtmatig is. Om te spreken van een onrechtmatige uitlating dient de uitlating de grens van het onbetamelijke te overschrijden. Daar is volgens de rechtbank in de gegeven omstandigheden geen sprake van. Dat eiser is gekwetst door de uitlating doet daaraan niet af. De rechtbank hecht er daarbij waarde aan dat de uitlating is gedaan in een live-uitzending en eiser een publiek figuur is die meer heeft te dulden dan een niet-publiek figuur. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser dan ook af.

Conclusie

Alhoewel de rechtbank oordeelt dat er sprake is van een smakeloze en misplaatse grap, acht zij de uitlating van de voetbalcommentator niet onrechtmatig. Dit omdat het voor de kijker duidelijk was dat het een grap betrof en niemand deze uitlating serieus op zou vatten. Om te spreken van een onrechtmatige uitlating dient de grens van het onbetamelijke te worden overschreden. Daar is volgens het (naar mijn mening terechte) oordeel van de rechtbank geen sprake van. Geheel ten overvloede is het mijn verwachting dat de voetbalcommentator in kwestie zijn wijze van commentaar geven niet aan zal passen naar aanleiding van dit vonnis.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief