Gemeente aansprakelijk voor letsel na val over plantenbak

Een vrouw kwam ten val over een lage plantenbak terwijl zij zich tijdens de lokale weekmarkt door een drukke winkelstraat begaf. De bak was niet opvallend gemarkeerd en viel qua kleur weg tegen de omgeving. Door de val liep zij een gebroken pols op. Zij stelde de gemeente aansprakelijk voor haar letselschade.

Opvallend is dat de rechtbank expliciet oordeelt dat de plantenbak géén onderdeel uitmaakt van de openbare weg in de zin van artikel 6:174 lid 6 BW. Toch blijft de gemeente verantwoordelijk voor de plaatsing ervan, en daarmee voor de veiligheid van voetgangers op het trottoir. De plantenbak is namelijk wel gewoon een opstal in de zin van artikel 6:174 lid 4 BW.

De rechtbank beoordeelt de zaak vervolgens aan de hand van zowel artikel 6:174 lid 1 BW (aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen) als artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad). Omdat de toetsingskaders van deze artikelen in deze zaak grotendeels overeenkomen, bespreekt de rechtbank allebei deze grondslagen. In beide gevallen moet de rechter beoordelen hoe gevaarlijk de situatie met de plantenbak was.

De kern van het oordeel is dat de plantenbak een gevaar opleverde dat niet zonder meer voorzienbaar was voor voetgangers. De bak stond deels op het looppad, was laag, en viel qua kleur weg tegen de omgeving. De gemeente had geen maatregelen genomen om het obstakel zichtbaar of veiliger te maken. Daarmee heeft zij volgens de rechtbank onzorgvuldig gehandeld.

De rechtbank concludeert dus dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade die de vrouw heeft geleden.

Deze uitspraak benadrukt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor een veilige inrichting van de openbare ruimte. Obstakels zoals plantenbakken, paaltjes of andere elementen moeten zodanig geplaatst worden dat zij geen onverwacht gevaar opleveren voor voetgangers. Indien dat wel het geval is, kan de gemeente aansprakelijk zijn voor de gevolgen.

Voor slachtoffers van een val in de openbare ruimte vormt deze uitspraak een belangrijke bevestiging dat zij aanspraak kunnen maken op schadevergoeding — ook als het gaat om ogenschijnlijk onschuldige obstakels.