Nieuws

(Ouders van) 15-jarige verantwoordelijk voor niet-ingrijpen bij gevaarlijk vuurwerkgebruik door jongere kinderen

Gepubliceerd op 21 sep 2025

(Ouders van) 15-jarige verantwoordelijk voor niet-ingrijpen bij gevaarlijk vuurwerkgebruik door jongere kinderen

De rechtbank Oost-Brabant heeft recent geoordeeld over de aansprakelijkheid van een 15-jarige jongen die niet heeft ingegrepen bij gevaarlijk gedrag van jongere kinderen met vuurwerk.

Wat is er gebeurd?

Twee jonge kinderen, 10 en 11 jaar oud, spelen met zwaar vuurwerk. Één van de twee filmt daarbij de ander. Één van de twee jongeren gooit onder andere in een woning vuurwerk en daardoor ontstaat brand.
Ook een 15-jarige is daarbij aanwezig. Maar hij speelt of gooit zelf niet met vuurwerk. En hij heeft ook niet uitgelokt dat de andere kinderen met vuurwerk zouden spelen of dat in een woning zouden gooien. De 15-jarige was aanwezig in de woning waaruit de andere twee het vuurwerk haalden. Hij was de oudste van de drie en kende de andere twee. Hij wist dat de twee anderen al de hele ochtend met vuurwerk bezig waren. Lachend filmde ook hij het gooien van vuurwerk in de woning. Er is niets ondernomen om de andere twee daarvan te weerhouden. 

De ouders van deze kinderen, de ouders van een 15-jarige die het vuurwerk filmde, en diens verzekeraar werden door de benadeelde partij aangesproken tot schadevergoeding. Zij verweren zich ondermeer door te stellen dat maar één van de twee jongere kinderen het vuurwerk in de woning heeft gegooid en de 15-jarige helemaal niets heeft gedaan dat tot schade leidde.

Het vonnis

De rechtbank concludeert dat de kinderen van 10 en 11 jaar oud gezamenlijk hebben gehandeld. Ze trokken samen op en vormden (dus) een groep. Filmen van de ander, aldus de rechtbank, vergrootte de kans dat het vuurwerk gegooid zou worden: dat de één de ander filmde, heeft een aansporend effect gehad. Het is te beschouwen als een ‘doen’ in de zin van de wet (art. 6:164 BW; groepsaansprakelijkheid, zij het dat de ouders van de minderjarigen daarvoor verantwoordelijk zijn), zodat het niet uitmaakt of slechts één van hen daadwerkelijk het vuurwerk in een woning gooide.

De 15-jarige wordt eveneens aansprakelijk gehouden. Niet omdat hij tot de groep behoorde, maar omdat hij zelfstandig heeft nagelaten om in te grijpen, waar hij dat wel had moeten doen. De rechtbank benoemt vooreerst dat iemand in principe niet aansprakelijk is voor de schade die iemand anders veroorzaakt. Tenzij iemand weet of moest begrijpen dat een ander een serieus gevaar in het leven roept, er een mogelijkheid en noodzaak bestaat om in te grijpen en dat, gelet op het gevaar en de moeite die het kost om in te grijpen, mag worden verwacht. Het spel van de twee jongste kinderen was bijzonder onveilig en daarbij werden aanzienlijke risico’s in het leven geroepen. Irrelevant is dat hij dacht dat het niet zo’n vaart zou lopen, aldus de rechtbank. Hij had moeten weten en begrijpen dat er serieuze risico’s ontstonden die ingrijpen van hem verlangden. Hij was daarbij méér dan een willekeurige omstander, omdat hij de anderen kende en was de oudste van de drie. Hij had de jongens kunnen en moeten aanspreken of contact moeten zoeken met hun ouders. Bovendien, het filmen heeft een aanmoedigend effect gehad.

Conclusie

Ook van een 15-jarige is in dit verband het normbesef verlangd om in te grijpen als jongere kinderen zodanig gevaarzettend handelen dat daardoor aanzienlijke (veiligheids)risico’s ontstaan. Niets doen is in elk geval fout. Filmen van anderen die gevaarzettend bezig zijn, moedigt die ander aan, aldus de rechtbank. Dat impliceert daardoor in dit geval juridische betrokkenheid en een basis voor de aansprakelijkheid.

Vragen of meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Barend Stroetinga.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief