Nieuws
Het opzetten van een ANBI
Gepubliceerd op 27 feb 2025
Onze mensen

Een Algemeen Nut Beogende Instelling, ook wel ANBI, is een instelling waarvoor in de wet een aantal fiscaal gunstige regelingen zijn getroffen, onder andere op het gebied van erf- en schenkbelasting, giftenaftrek en btw. Wil een instelling in aanmerking komen voor de ANBI-status, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Hieronder worden de voorwaarden besproken die volgen uit art. 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (uitv.reg. AWR).
Algemeen belang
Op grond van art. 5b AWR en 1a, lid 1, onderdeel b uitv.reg. AWR wordt een instelling aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling indien en zolang uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden van de instelling blijkt dat de instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend algemeen belang dient. Uit de jurisprudentie volgt dat deze kwalificatie uiteen valt in twee getrapte toetsen:[1]
- De instelling moet het algemeen belang beogen (kwalitatieve toets) en;
- Het algemeen belang moet door de werkzaamheden van die instelling geheel of nagenoeg geheel worden gediend (kwantitatieve toets).
Kwalitatieve toets
Voor de kwalitatieve toets is essentieel dat zowel de statutaire doelstelling als de feitelijke werkzaamheden van de instelling er (i) primair en (ii) rechtstreeks op zijn gericht een voldoende concreet bepaald algemeen belang te dienen. Een instelling kwalificeert niet als ANBI als uit de statutaire doelstelling en feitelijke activiteiten volgt dat in bepaalde mate een algemeen belang wordt behartigd, maar dit niet het hoofddoel is. In de praktijk kan dit een lastige voorwaarde zijn om aan te voldoen. Als voorbeeld noemen we de NAC-uitspraak. De voetbalclub NAC werd door de Hoge Raad de ANBI-status ontzegd aangezien professionele voetbalclubs bovenal streven om in nationale of internationale competities zo veel mogelijk te winnen, ten bate van zichzelf, aldus de Hoge Raad.[2] Dat door het uitoefenen van deze activiteiten evenwel zijdelings een algemeen belang werd gediend, deed daar volgens de Hoge Raad niet aan af. Met andere woorden, NAC had niet als primair doel het dienen van een algemeen belang, ondanks dat het algemeen belang wel in enige mate werd gediend.
Als algemeen belang in de zin van de wet wordt beschouwd:
- welzijn
- cultuur
- onderwijs, wetenschap en onderzoek
- bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid
- gezondheidszorg
- jeugd- en ouderenzorg
- ontwikkelingssamenwerking
- dierenwelzijn
- religie, levensbeschouwing en spiritualiteit
- de bevordering van de democratische rechtsorde
- volkshuisvesting
- een combinatie van de bovengenoemde doelen, alsmede
- het financieel of op andere wijze ondersteunen van een algemeen nut beogende instelling.
Bovenstaande categorieën worden op grond van de Memorie van Toelichting bij de AWR uitgelegd naar algemeen spraakgebruik, waarbij verwijzing wordt gemaakt naar de Dikke van Dale.[3] Per instelling wordt op basis van de statuten, het beleidsplan en/of de website beoordeeld of primair een doel van algemeen belang behartigd wordt, of dat sprake is van een andere doelstelling.
Kwantitatieve toets
Indien uit de kwalitatieve toets volgt dat de instelling inderdaad een algemeen belang behartigt, moet beoordeeld worden of de activiteiten van de instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend de algemeen nuttige doelstelling dienen. Uitsluitend of nagenoeg uitsluitend betekent voor 90% of meer. Dit houdt in dat de algemeen nuttige doelstelling voor 90% of meer gericht moet zijn op het algemeen belang. Daarmee zijn particuliere belangen, van bijvoorbeeld betrokken bestuursleden, (vrijwel) volledig uitgesloten. Bij beoordeling van het 90%-criterium wordt met name gekeken naar de bestedingen van een instelling ten behoeve van de doelstelling.
Hierbij kan eveneens een voorbeeld worden genomen aan de NAC-uitspraak. De Hoge Raad stelde dat de instelling rechtstreeks het algemeen belang moet behartigen. De activiteiten van NAC waren direct gericht op het dienen van het particuliere belang van de club en enkel indirect (of bijkomend) op het algemeen belang. De beoordeling of sprake is van een particulier belang boven het algemeen belang wordt door het Hof ’s-Hertogenbosch tweeledig getoetst aan de hand van een doelgroeptoets en een quid-pro-quo-toets:
- De doelgroeptoets houdt in dat een groep afgebakend mag zijn, maar dat de afbakening niet mag leiden tot discriminatie en exclusie.
- De quid-pro-quo toets houdt in dat een instelling niet het doel mag hebben om tegen commerciële tarieven zijn diensten aan te bieden. Onder omstandigheden mogen commerciële activiteiten wel ontplooid worden als dit geen doel op zich is. Deze activiteiten moeten dienstig of ondersteunend zijn aan het algemeen belang. Uitgaven die samenhangen met een commerciële activiteit tellen overigens niet mee bij de beoordeling van het 90%-criterium.
Aanvullende voorwaarden
Hoewel het uitsluitend of nagenoeg uitsluitend behartigen van een algemeen belang het voornaamste vereiste is waar instellingen aan moeten voldoen, zijn er ook aanvullende voorwaarden die onder andere zien op de vormgeving en governance van de instelling. Deze voorwaarden worden hierna kort uitgelicht.
Vorm-/formele vereisten
Uit de wet vloeit voort dat bepaalde rechtsvormen zijn uitgesloten en derhalve niet in aanmerking kunnen komen voor de ANBI-status. De rechtsvormen die overblijven zijn de stichting, de vereniging en het kerkgenootschap.
Voor de bestuurder van de instelling gelden bepaalde integriteitseisen. Zo wordt de ANBI-beschikking geweigerd als een bestuurder of een (gezichts)bepalend persoon, onherroepelijk is veroordeeld wegens aanzetten tot haat, aanzetten tot geweld of gebruik van geweld in de afgelopen vier jaar.
Een instelling die de ANBI-status wil, dient een schriftelijk verzoek te doen bij de inspecteur van de belastingdienst, om deze te verkrijgen.
Financiële vereisten
Ook op financieel vlak gelden enkele vereisten waaraan de instelling zal moeten voldoen. Zo mag de instelling geen winstoogmerk hebben met zijn activiteiten die een algemeen nut beogen. Dit moet blijken uit de diverse reglementen en uit feitelijke werkzaamheden. Incidenteel behaalde overschotten zijn hierbij toegestaan, mits deze worden aangewend ten bate van het algemeen nut. Hetzelfde geldt voor commerciële activiteiten. Deze mogen ontplooid worden, mits ze ondersteunend zijn aan de algemeen nuttige doelstellingen en binnen een redelijke termijn (nagenoeg) geheel aan ten goede komen aan de algemeen nuttige doelstellingen.
Voor de ANBI gelden verder twee beperkingen ten aanzien van het eigen vermogen. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon in de functie van bestuurder/beleidsbepaler mag niet over het vermogen van de instelling kunnen beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Concreet houdt dit in dat geen van de bestuursleden van de instelling in zijn/haar eentje een meerderheid van de zeggenschap mag hebben. Daarbij komt dat de ANBI niet te veel eigen vermogen mag oppotten. Deze anti-oppoteis werkt tweeledig:
- de instelling mag geen vermogen aanhouden zonder dat daar voorafgaand een bepaalde bestemming aan is gegeven, en
- de instelling mag niet meer eigen vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de instelling.
De beloning die de instelling aan zijn bestuurders toekent, mag niet hoger zijn dan een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet-bovenmatig vacatiegeld. De beheerkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de bestedingen ten behoeve van het doel van de instelling.
Tot slot moet bij opheffing van de ANBI-instelling een eventueel batig liquidatiesaldo worden besteed aan een andere ANBI, of een soortgelijke buitenlandse instelling, met een vergelijkbare doelstelling.
Administratie- en publicatieplicht
Een ANBI moet een actueel beleidsplan hebben dat inzicht geeft in het volgende:
- De werkzaamheden die de instelling verricht ter verwezenlijking van haar doelstelling.
- De wijze van werving van inkomsten.
- Het beheer van het vermogen van de instelling.
- De besteding van het vermogen van de instelling.
Naast een beleidsplan moet de administratie van de instelling aan bepaalde wettelijke eisen voldoen. Uit de administratie moet namelijk duidelijk blijken wat de aard en omvang is van de vergoedingen aan het bestuur, de beheerskosten en andere uitgaven, de inkomsten en het vermogen van de instelling.
Een ANBI moet aan een publicatieverplichting voldoen. Deze publicatieplicht ziet met name op de gegevens van de instelling zoals de naam, het post- of bezoekadres en het KvK-nummer, maar ook op de doelstellingen van de instelling, het beleidsplan op hoofdlijnen, de bestuurssamenstelling, een verslag van de uitgeoefende activiteiten en een financieel overzicht met daarbij de balans en de staat van baten en lasten. De informatie moet aan de belastingdienst worden verstrekt aan de hand van een standaardformulier. De eisen met betrekking tot de publicatieplicht verschillen voor grote en kleine ANBI’s. Als grote ANBI kwalificeren: fondswervende instellingen waarbij de totale baten meer bedragen dan € 50.000, of niet-fondswervende ANBI’s als de totale lasten meer bedragen dan € 100.000.
Wtmo
Op het moment van schrijven (januari 2025) is de Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo) in de maak welke de administratie- en informatieplichten van de ANBI zal uitbreiden. Maatschappelijke organisaties, waaronder ANBI’s, worden onder dit voorstel verplicht om desgevraagd inzicht te verschaffen in de herkomst, doel en omvang van een of meer donaties. Desbetreffende gegevens dienen dan ook zeven boekjaren bewaard te worden. Deze informatie wordt niet publiekelijk gedeeld. De bevoegdheid voor het opvragen van deze gegevens ligt bij de burgemeester van de gemeente van vestiging en bij het OM, en is aan voorwaarden onderhavig.
In bovenstaand artikel zijn in hoofdlijnen de voorwaarden besproken die gelden bij het verkrijgen van een ANBI-status. Hierbij is ingegaan op de belangrijkste kwalitatieve voorwaarde: het behartigen van een algemeen belang. Daarnaast is ingegaan op de kwantitatieve en overige voorwaarden. De lijst aan voorwaarden wijst uit dat er behoorlijk wat komt kijken bij het aanvragen van de ANBI-status.
Als u wilt sparren over ANBI-mogelijkheden, dan kunt u altijd vrijblijvend contact met ons opnemen. We denken graag met u mee bij de oprichting van uw instelling. We staan u ook graag bij met het aanvragen van de ANBI-status en de vervolgcommunicatie met de belastingdienst. Neem hiervoor contact op met Mario Dragicevic.
Onze mensen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?


Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.