Nieuws

Beste meneer, mevrouw…of toch gewoon reiziger?

Gepubliceerd op 15 mei 2025

Onze mensen

Genderdata en privacy

U herkent het vast. Bij bijna elke website waar je je gegevens moet achterlaten, wordt nog altijd gevraagd naar uw gender. Waar tegenwoordig de keuzes steeds meer inhouden dat je moet aanvinken man, vrouw of x (of een andere optie voor personen die zich niet uitsluitend identificeren als man of vrouw), komt het ook nog steeds vaak voor dat alleen de optie “man” of “vrouw” aangevinkt kan worden.

Buiten het feit dat de tijdsgeest en veranderende maatschappelijke opvattingen meebrengen dat het aanbieden van andere opties naast man of vrouw zeer belangrijk is, kan je ook de bredere vraag opwerpen of het überhaupt noodzakelijk is om te vragen naar de genderidentiteit in het kader van het uitvoeren van je diensten. Dit was namelijk ook de vraag in een zaak die bij het Hof van Justitie speelde.

Wat was er aan de hand?

Een persoon, aangeduid als Mousse, had een zaak gestart tegen de Franse spoorwegmaatschappij, de SNCF. De SNCF vroeg namelijk steevast om de genderidentiteit van een klant als de klant een kaartje wilde kopen. Daarbij kon de klant alleen aangeven of de klant een man of vrouw was. Mousse identificeerde als geen van beide, maar kon geen kaartje kopen zonder de optie man of vrouw aan te klikken.

Mousse klaagde hierover bij de SNCF. Mousse was van mening dat het niet noodzakelijk is voor de SNCF voor het leveren van haar diensten om de genderidentiteit te weten. Bovendien was het een inbreuk op het recht om te reizen zonder aanspreektitel kenbaar te maken, op het recht van eerbiediging van het privéleven, het recht om vrij een genderuitdrukking te bepalen, en bestaat er een risico op discriminatie inhouden.

De SNCF was juist van mening zij wel naar de genderidentiteit mocht vragen. Allereerst gaf de SNCF aan dat dat het een algemene gangbare praktijk is in burgerlijke, commerciële en administratieve communicatie wanneer klanten op een gepersonaliseerde manier worden aangesproken (bijvoorbeeld door e-mails te beginnen met “beste meneer X”). Belangrijk voor de SNCF is dat zij deze beleefdheidsformules wil hanteren, en daarvoor is het onontbeerlijk dat de aanspreektitel opgevraagd wordt. Bovendien had de SNCF de aanspreektitel nodig om te bepalen of de persoon in een mannen- of vrouwencoupé geplaatst kon worden in de nachttreinen. De SNCF ging dus niet mee in de klacht.

Mousse klaagde hierover bij de Franse toezichthouder, maar die gaf Mousse geen gelijk. Daarop ging Mousse naar de Franse rechter, die advies vroeg aan het Hof van Justitie.

Wat zegt het Hof van Justitie?

Het Hof geeft allereerst antwoord op de vraag of het verwerken van aanspreektitels voor gepersonaliseerde, commerciële communicatie noodzakelijk is in het kader van de verlening van de diensten. Deze vraag beantwoordt het Hof ontkennend. Het Hof geeft aan dat de SNCF haar diensten ook kan verlenen zonder te weten wat de genderidentiteit van een reiziger is. Het is immers voor het verlenen van de spoorvervoersdienst niet nodig om te weten wat iemands genderidentiteit is.

En ook in het kader van de communicatie omtrent de dienst is het niet nodig om te weten wat iemands genderidentiteit is. De genderidentiteit is immers niet nodig om een vervoersbewijs te versturen, of van wijzigingen in de reis op de hoogte te stellen. Bovendien bestaan hier volgens het Hof de nodige alternatieven voor, die ook voldoen aan de beleefdheidsvereisten. Zo zou de SNCF de reizigers kunnen contacteren met “beste reiziger”. Het feit dat het een gangbare praktijk betreft om reizigers aan te spreken met “Beste meneer” of “Beste mevrouw”, speelt hierin geen enkele rol.

Dat de SNCF deze gegevens nodig heeft voor specifieke diensten, zoals het aanbieden van slaapcoupés waar mannen en vrouwen geschieden worden, betekent niet dat de SNCF altijd mag vragen naar de genderidentiteit. Wanneer iemand een treinkaartje voor een reguliere reis koopt, bestaat er niet de noodzaak om de genderidentiteit te weten. De SNCF mag daar dan ook niet naar vragen. Slechts wanneer dit noodzakelijk is voor een specifieke situatie, mag er gevraagd worden naar genderidentiteit. Wanneer Mousse derhalve een kaartje wilde kopen voor een slaapcoupé, dan was het SNCF wel toegestaan om te vragen naar de genderidentiteit.

Wat leren we van deze uitspraak?

Belangrijke les uit deze uitspraak is dat er weinig tot geen belang gehecht wordt aan “gewoontes” en “gangbare praktijken” om te bepalen of het toegestaan is om persoonsgegevens te verzamelen. Er moet simpelweg beoordeeld worden wat het doel is van een bepaalde dienst, en welke gegevens een organisatie echt nodig heeft om deze dienst te kunnen verlenen. Heb je bepaalde gegevens niet nodig? Dan mag je deze persoonsgegevens niet verzamelen.

Het privacyrecht volgt daarin de tijdsgeest. Blijf dus kritisch bij elke verzameling van persoonsgegevens. Neem ook eens goed je huidige privacybeleid door. Verzamelt en verwerkt uw organisatie gegevens die uw organisatie eigenlijk niet nodig heeft, verwijder deze dan. Dat zorgt ervoor dat uw organisatie beter voldoet aan de wetgeving omtrent privacy en gegevensbescherming, en voorkomt u boetes en mogelijke claims.

Wilt u hierover meer weten? Neem gerust contact op.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief