Verplichte scholing AI geletterdheid

Op 1 augustus 2024 is de Europese AI-Act van kracht geworden. Deze wetgeving heeft als doel het verantwoord gebruik van Artificial Intelligence (AI) te waarborgen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de verplichting voor ondernemingen om hun personeel te scholen in het gebruik van AI. Werknemers moeten namelijk niet alleen de voordelen van AI kennen, maar ook bewust zijn van de risico’s en weten hoe ze deze verantwoord kunnen beheersen.

Verplichte scholing AI geletterdheid

Verantwoordelijkheid van werkgevers

De AI-Act legt de verantwoordelijkheid nadrukkelijk bij werkgevers. Zij moeten ervoor zorgen dat hun organisatie transparant en bewust omgaat met AI. Hoe de scholing wordt vormgegeven, is flexibel en aan de werkgever om in te vullen. Dit biedt kansen, maar roept ook vragen op: hoe maak je scholing effectief en relevant voor de werknemers?

De rol van de OR

Hier kan de ondernemingsraad (OR) een sleutelrol spelen. De OR heeft verschillende middelen om invloed uit te oefenen en ervoor te zorgen dat de scholing aansluit bij de behoeften van werknemers:

  • Raadpleging van de achterban: De OR kan in gesprek gaan met werknemers om te inventariseren welke AI-tools het meest gebruikt worden en waar behoefte aan is qua kennis en vaardigheden.
  • Initiatiefrecht: De OR kan het initiatief nemen om de werkgever aan te zetten beleid te ontwikkelen op het gebied van AI. Hiermee wordt scholing niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook een strategisch onderdeel van de bedrijfsvoering.

Naast deze proactieve rol heeft de OR ook formele rechten als het gaat om AI en de bijbehorende beleidsonderdelen:

  • Instemmingsrecht bij wijziging van scholingsbeleid: Als de AI-scholing leidt tot veranderingen in het bestaande scholingsbeleid, moet de werkgever hiervoor instemming vragen aan de OR.
  • Instemmingsrecht bij wijziging van beoordelingsbeleid: Wanneer kennis van AI wordt opgenomen in de beoordelingscyclus, is instemming van de OR vereist omdat dit een wijziging van het beoordelingsbeleid betekent.
  • Instemmingsrecht bij wijziging van privacybeleid: AI-systemen verwerken vaak gevoelige data, wat kan leiden tot aanpassingen in het privacybeleid. Ook hiervoor is instemming van de OR vereist. Dit maakt het des te belangrijker dat de OR scherp blijft op de impact van AI-gebruik binnen de organisatie.

Ga samen aan de slag

De invoering van de AI-Act biedt een uitgelezen kans voor de OR om actief samen te werken met de bestuurder. Door op tijd te signaleren en het gesprek aan te gaan, kan de OR bijdragen aan een effectieve invulling van de scholingsverplichting. Dit zorgt niet alleen voor een beter geïnformeerd personeelsbestand, maar helpt ook om AI op een verantwoorde en transparante manier in te zetten binnen de organisatie.

Kortom, de AI-Act is meer dan een wettelijke verplichting; het is een kans om AI-geletterdheid te verankeren in de organisatie, de privacy van werknemers te beschermen en hen optimaal voor te bereiden op de toekomst.