Termijnen Omgevingswet: Better safe than sorry?

In de Omgevingswet zijn de procedures voor de besluitvorming en rechtsbescherming zoveel mogelijk gestroomlijnd. Het wetsvoorstel levert op onderdelen winst op, maar oplettendheid is geboden. De rechtzoekende burger zal scherp moeten zijn op de termijnen. Op dit moment zit de standaard bezwaar- en beroepstermijn van zes weken wel bij iedereen tussen de oren. Aan die termijn verandert niets, maar straks zullen partijen die willen opkomen tegen een omgevingsvergunning soms al binnen twee weken de bestuursrechter moeten benaderen om nog iets te kunnen bereiken. Dat wordt rennen geblazen. Hoe zit het nu en wat verandert er straks?

Uitgekiende regeling Wabo te complex voor Omgevingswet

De Wabo bevat nu een gedetailleerde regeling voor de voorbereiding en inwerkingtreding van omgevingsvergunningen. De reguliere procedure met een beslistermijn van 8 weken geldt voor de activiteiten bouwen, aanleggen, slopen, gemeentelijke monumenten en afwijkingen van het bestemmingsplan die met de kruimelgevallenregeling kunnen worden vergund. De uitgebreide procedure, met zienswijzen en een beslistermijn van 26 weken, geldt o.a. voor de afwijkingen van het bestemmingsplan waarvoor een ruimtelijke onderbouwing nodig is en voor de (niet neutrale) milieuactiviteit.

Het tijdstip waarop een omgevingsvergunning in werking treedt is ook afhankelijk van de activiteit. In principe treedt een omgevingsvergunning in werking nadat deze is bekendgemaakt of mededeling is gedaan. Voor sloop – en aanlegwerkzaamheden, het kappen van bomen en het wijzigen of slopen van monumenten geldt nu dat deze omgevingsvergunningen pas in werking treden nadat de bezwaar- of beroepstermijn van zes weken is verstreken. Wordt er binnen de bezwaar- of beroepstermijn een voorlopige voorziening ingediend, dan wordt de inwerkingtreding van rechtswege opgeschort totdat de voorzieningenrechter op het verzoek heeft beslist. Deze regeling met een uitgestelde inwerkingtreding is bewust in de Wabo opgenomen vanwege het onomkeerbare karakter van werkzaamheden zoals de sloop van een monument of het kappen van bomen.

Oplossing Omgevingswet

Onder de Omgevingswet geldt in principe voor alle omgevingsvergunningen (de milieuactiviteit uitgezonderd) de reguliere procedure met een beslistermijn van 8 weken. Voor de bouwer betekent dit een vertraging van twee weken ten opzichte van de huidige situatie. Voor de sloper en de kapper betekent het een versnelling van minimaal vier weken. De Omgevingswet biedt geen extra bescherming meer voor onomkeerbare activiteiten. Om te voorkomen dat de vergunde activiteiten direct worden uitgevoerd, zal een bezwaarmaker ook direct een voorlopige voorziening moeten aanvragen. Alleen indien deze wordt aangevraagd binnen deze twee weken, wordt de inwerkingtreding van rechtswege opgeschort.

De bezwaar- of beroepstermijn duurt dus nog steeds zes weken, maar degene die tot de laatste dag wacht kan tot de conclusie komen dat de bomen al zijn gekapt of het monument al is gesloopt. Tenzij er tastbare schade wordt geleden kan het gevolg bovendien zijn dat het procesbelang is komen te vervallen. Voor natuurorganisaties en monumentenverenigingen betekent dit dat zij buiten spel staan als ze zich niet op tijd melden en de initiatiefnemer daarentegen wel ‘voortvarend’ te werk gaat.

Of dit nieuwe systeem een verbetering is hangt er dus vanaf aan welke kant je staat. En ook heel praktisch: met de termijn van zes weken kon je het je nog veroorloven met vakantie te gaan of het plaatselijke sufferdje even op de keukentafel te laten liggen. Met de termijn van twee weken zit een onaangename verrassing in een klein hoekje. De Tweede Kamer heeft deze beperking in de rechtsbescherming kennelijk acceptabel geacht.

Op 1 oktober 2015 vindt de jaarlijkse Dag van de Omgevingswet plaats. Daniëlla Nijman zal die dag een lezing geven over rechtsbescherming onder de Omgevingswet.

Deze column verscheen op 28 augustus 2015 bij Binnenlands Bestuur.