overdracht van vordering

regenboog

Overdracht van vordering aan failliet niet gebleken; curator niet beschikkingsbevoegd tot cessie van die vordering.

Op een vakantiepark staan particuliere vakantiebungalows. De Vereniging van bungaloweigenaren van dat vakantiepark (“Vereniging”) behartigt blijkens haar statuten (“Statuten”) de gemeenschappelijke belangen van bungaloweigenaren. Art. 4 Statuten bepaalt dat leden een contributievergoeding verschuldigd zijn aan Vereniging. In artikel 3 van het Huishoudelijk Reglement van Vereniging (“HR”) wordt een overzicht gegeven van die contributievergoeding. Daaronder vallen –onder andere–kosten van het lidmaatschap, ondererfpacht, alsmede de parkbijdrage. Naar aanleiding van een eerder faillissement, is na overleg besloten om alle financiën en de (omslag van) kosten via de exploitant van het vakantiepark (“Exploitant”) te laten ‘lopen’ (“Besluit”). De Exploitant is eind 2012 in staat van faillissement verklaard. De aangestelde curator heeft de vorderingen op debiteuren verkocht en gecedeerd aan Y. X is eigenaar van een vakantiebungalow en lid van Vereniging. Y heeft in eerste aanleg van X betaling gevorderd van nog openstaande contributievergoedingen. De kantonrechter heeft de vordering van Y afgewezen.

Het hof:

Bij gebreke van een nadere toelichting moet opgemaakt worden uit de Statuten en HR dat de in eerste aanleg ingestelde vorderingen oorspronkelijk aan Vereniging toekwamen. Nu de Statuten, die dateren van ná het Besluit, inhouden dat Vereniging de crediteur van de contributievergoeding is, is het Besluit kennelijk geen verenigingsbesluit. Niet duidelijk is of er met de delegatie van bungaloweigenaren afspraken zijn gemaakt, welke inhoud die afspraken hadden, in hoeverre Vereniging daaraan is gebonden en in hoeverre het Besluit tegen X kan worden ingeroepen.

Klik hier om de gehele publicatie van 26 april 2017 van Wolters Kluwer SmartNewz te lezen.

Dirk de Jong ‐ Holla Advocaten