Zorgverlener aansprakelijk voor val tijdens sporttherapie?

letsel

Er zijn steeds meer therapievormen en -trajecten voor de behandeling van psychische klachten. Een voorbeeld daarvan is psychomotorische therapie (PMT). Dit is een behandelvorm waarbij deelnemers door middel van lichaamsbeweging leren om anders met hun klachten om te gaan. Onlangs lag aan de Rechtbank Noord-Nederland een zaak voor waarbij een deelnemer letsel opliep bij deze therapievorm en de zorgverlener daarvoor aansprakelijk stelde.

In deze zaak ging het om een basketbalspel dat onderdeel was van de psychomotorische therapie. Tijdens dit spel is een deelnemer ten val gekomen waarbij hij letsel aan de elleboog en knie heeft opgelopen. De deelnemer acht de therapeut hiervoor aansprakelijk, daartoe stellend dat deze niet heeft gehandeld zoals van een goed zorgverlener verwacht mocht worden. Onder andere had de therapeut de deelnemer niet mogen laten basketballen, in ieder geval niet zonder hem eerst voldoende te hebben geïnformeerd en de juiste voorzorgmaatregelen te treffen, aldus de advocaat van de betreffende man. De (verzekeraar van de) zorgverlener is van oordeel dat deze niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens de deelnemer en acht zich niet aansprakelijk voor het letsel.

Bij de beoordeling van de kwestie stelt de rechtbank voorop dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval als de verwezenlijking van een aan sportbeoefening inherent gevaar onzorgvuldigheid met zich meebrengt. Aan vele vormen van menselijke activiteit, waaronder sportbeoefening, is wel een zekere mate van gevaar verbonden. Het enkele feit dat de zorgverlener de patiënt, als onderdeel van de therapie, aan een basketbalspel heeft laten deelnemen, vindt de rechtbank niet voldoende om aansprakelijkheid aan te nemen.

De therapeut heeft voorlichting gegeven over het spel en de regels en het slachtoffer heeft verder niet onderbouwd welke instructies de therapeut hem daarnaast nog had moeten geven. Ook acht de rechtbank het van belang dat basketbal niet een sport is die inherent grote gevaren met zich mee brengt. Daarbij komt dat ieder team slechts uit drie spelers bestond en het slachtoffer ook niet gesteld heeft dat de intensiteit van het basketbalspel zo hoog was dat deelname voor hem onverantwoord moest worden geacht. Het is tot op zekere hoogte eigen aan sportbeoefening dat een deelnemer zijn mogelijkheden verkent en daarbij soms zijn grenzen opzoekt. Ook bij de zorg ná het ongeval is de zorgverlener niet tekortgeschoten naar het oordeel van de rechtbank.

Kortom, het verzoek van de deelnemer wordt afgewezen: de zorgverlener is niet aansprakelijk.

Lees hier de volledige uitspraak.

Vragen over aansprakelijkheid en letselschade? Neem contact op met Ineke Paul.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?