VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering

Bedrijven- en Milieuzonering

Hoe pas je deze toe bij gemengde functies?

Bij het maken van bestemmingsplannen moet goed worden gekeken naar de afstand tussen woningen en milieubelastende bedrijven. Bedrijven moeten niet worden belemmerd in hun bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden. Andersom geldt dat ter plaatse van de woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat moet worden gegarandeerd. De VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering helpt om te bepalen welke afstanden moeten worden aangehouden.

Systematiek VNG-brochure

De VNG-brochure kent twee systemen. De meest gebruikte variant is die waarbij bedrijven worden ingedeeld in milieucategorieën, met een bijbehorende richtafstand. Deze neemt stapsgewijs toe. Ter illustratie: voor milieucategorie 1 geldt een richtafstand van 10 meter tot gevoelige functies. Voor een bedrijf in milieucategorie 3.2 is dat 100 meter en voor milieucategorie 5.1 is dat al 500 meter. De afstand mag een stapje kleiner zijn indien er sprake is van het gebiedstype “gemengd gebied” in plaats van een “rustige woonwijk”.

De andere systematiek die in de VNG-brochure is beschreven is bedoeld voor gebieden met functiemenging. Bedrijven worden dan ingedeeld in categorie A, B en C. Bedrijven van categorie B zijn in deze systematiek toelaatbaar als ze bouwkundig zijn afgescheiden van woningen. Met deze systematiek lijkt het dus eenvoudiger om woningen en bedrijven te mixen.

Bruikbaarheid voor binnenstedelijke herontwikkeling

De gemeente Lisse wilde gebruik maken van deze soepele systematiek voor functiemenging om de herontwikkeling van een veilingterrein voor woningbouw mogelijk te maken. De gemeente had naar het omliggende gebied gekeken en vastgesteld dat daar verschillende functies aanwezig zijn, namelijk woningen, kantoren, detailhandel, horeca en bedrijven. Het plangebied met 157 woningen lag daar tegenaan. Volgens de gemeente werd hiermee voldaan aan de criteria voor bedrijven in categorie B. Nader onderzoek naar de geluidbelasting ter plaatse van de woningen was niet gedaan.

De eigenaren van twee omliggende bedrijven kwamen in beroep tegen dit bestemmingsplan. Zij vreesden voor een belemmering in hun bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden. In het nieuwe plan zouden er zorgwoningen kunnen worden gebouwd tot op hun perceelsgrens en grondgebonden woningen op circa 10 meter afstand. Desondanks had de gemeente geen akoestisch onderzoek uitgevoerd.

In beroep zet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een streep door de aanpak van de gemeente. Van een gebied met functiemenging is in dit geval namelijk geen sprake. Aan de randen van het plangebied zijn wellicht andere functies toegestaan, maar voor het overige is er sprake van een aaneengesloten woongebied. Er is geen functiemenging binnen het plangebied. En daar is de soepele systematiek van de VNG-brochure niet voor bedoeld.

De gemeente zal daarom alsnog moeten onderbouwen waarom het toelaatbaar is dat de woningen zo dicht bij de bedrijven worden gebouwd. Met het akoestisch onderzoek dat te elfder ure nog in procedure werd gebracht, is dat niet gelukt.

Conclusie: functiemenging wordt op planniveau bekeken

Welke les is hieruit te trekken? Een gebied met functiemenging niet hetzelfde als gemengd gebied. Is er geen sprake van daadwerkelijke functiemenging binnen het plangebied, dan zal de ‘standaard’ systematiek moeten worden gehanteerd. Kan er niet aan de richtafstanden worden voldaan? Dan zal akoestisch onderzoek moeten uitwijzen of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Bron: Uitspraak ABRvS 16 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3061

Zie ook: Stappenplan voor beoordeling nieuwe functies met geluidhinder in bestemmingsplan