Nieuws

Vergoeding van shockschade anno 2022

Gepubliceerd op 9 jan. 2023

Onze mensen

Hands 736244 340
Shockschade is de psychische schade die iemand lijdt ten gevolge van de waarneming of confrontatie met een traumatische gebeurtenis, waarbij een ander gewond is geraakt of is overleden. Wanneer iemand onrechtmatig handelt tegenover een ander persoon, bijvoorbeeld door het niet verlenen van voorrang in het verkeer, dan levert dit onder het recht een ‘onrechtmatige daad’ op. Onder bepaalde voorwaarden kan een dergelijke onrechtmatige gedraging ook onrechtmatig zijn tegenover de waarnemer van of geconfronteerde met de onrechtmatige daad. Shockschade is dus schade van het zogenaamde secundaire slachtoffer, de waarnemer of de geconfronteerde, en niet van het primaire slachtoffer. De Hoge Raad heeft op 28 juni 2022 een arrest gewezen over shockschade. In het arrest heeft de Hoge Raad de vereisten voor shockschade gepreciseerd. (Hoge Raad 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:958).

Wat is er gebeurd?

Een 8-jarig meisje genaamd Sharleyne is in 2015 van de tiende verdieping van een flatgebouw gevallen. In dit flatgebouw woonde zij samen met haar moeder. De moeder is vervolgens veroordeeld voor doodslag op Sharleyne, omdat zij haar heeft doen of laten vallen. De vader is in het mortuarium geconfronteerd met het stoffelijk overschot van zijn overleden dochter. Ook heeft hij daarvan later verschillende foto’s gezien. De vader heeft de destructieve impact op het lichaam van Sharleyne waargenomen. Als gevolg hiervan heeft de vader een post traumatische stress stoornis (PTSS) ontwikkeld. In de strafzaak tegen de moeder van Sharleyne heeft de vader een vordering benadeelde partij ingediend. De vordering benadeelde partij is een civiele vordering tot schadevergoeding die in een strafzaak kan worden ingesteld. De vader heeft een vergoeding voor zijn shockschade gevorderd van € 20.000,-.

Wat zijn de vereisten voor shockschade?

Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van shockschade, moeten een tweetal hordes worden genomen. In de eerste plaats moet worden vastgesteld of de veroorzaker van de onrechtmatige daad ook onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de waarnemer of geconfronteerde. In de tweede plaats moet de aanwezigheid van het geestelijk letsel door het secundaire slachtoffer worden aangetoond. Eerst komen de vereisten voor onrechtmatigheid aan bod, daarna de vereisten van het geestelijk letsel.

Onrechtmatigheid

Een secundair slachtoffer heeft alleen recht op een vergoeding van shockschade wanneer vast staat dat de veroorzaker van de onrechtmatige daad ook onrechtmatig tegen hem of haar heeft gehandeld. De vraag is dus of de veroorzaker van een onrechtmatige daad ook onrechtmatig tegenover de waarnemer of geconfronteerde heeft gehandeld. De Hoge Raad heeft in het arrest van 28 juni 2022 bepaald dat deze vraag aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden beantwoord. Daarbij heeft de Hoge Raad de volgende gezichtspunten geformuleerd waaraan de feitenrechters dienen te toetsen. Deze gezichtspunten zijn niet uitputtend en aan de één komt niet meer betekenis toe dan aan de ander.
1. De aard en toedracht van de onrechtmatige daad en de intentie van de dader.
Bij de aard van de gepleegde onrechtmatige daad gaat het om de norm die is overtreden. Eerder werd aangenomen dat shockschade alleen werd vergoed in het geval van overtreding van veiligheids-en verkeersnormen. Vanaf het arrest van 28 juni 2022 is dit niet meer het geval. Naast dat de aard van de onrechtmatige daad gewicht in de schaal legt, kan ook de intentie van de dader bij de beoordeling worden betrokken. Naar mate de dader een groter verwijt kan worden gemaakt, zal onrechtmatigheid eerder worden aangenomen. Het plegen van een misdrijf zal dan ook eerder onrechtmatig zijn ten opzichte van de waarnemer of geconfronteerde, dan het per ongeluk niet verlenen van voorrang in het verkeer.
2. De wijze van confrontatie van het secundaire slachtoffer.
Het kan zijn dat iemand onmiddellijk aanwezig is op de plaats ‘delict’ en de onrechtmatige daad ziet gebeuren. Daarnaast kan iemand nadien met de gevolgen van dit onrechtmatig handelen worden geconfronteerd. Bijvoorbeeld door het identificeren van een overleden slachtoffer. Bij een latere confrontatie kan meespelen in hoeverre zij onverwachts was. In de huidige zaak was de vader van Sharleyne geheel onverwachts geconfronteerd met de gevolgen van het misdrijf. Dit is anders wanneer een geconfronteerde beroepsmatig met de gevolgen wordt geconfronteerd. Zo behoort een ambulancebroeder bedacht te zijn op de confrontatie met een traumatische gebeurtenis.
3. Nauwe en affectieve relatie tussen het primaire en het secundaire slachtoffer.
Er moet sprake zijn van een nauwe en emotionele relatie tussen het primaire en secundaire slachtoffer. Dat betekent dat – onder omstandigheden – ook vrienden en vriendinnen aanspraak kunnen maken op shockschade, en niet alleen partners of familieleden. Deze nauwe en emotionele relatie met het primaire slachtoffer moet wel door het secundaire slachtoffer aannemelijk worden gemaakt. De aard en de duur van de relatie zijn daarbij van belang.

Geestelijk letsel

Wanneer de onrechtmatigheid tegenover het secundaire slachtoffer is vastgesteld, moet de schade door het geestelijk letsel van het secundaire slachtoffer in beginsel worden vergoed. Daarbij is wel van belang dat sprake is van geestelijk letsel dat gelet op de aard, duur en/of gevolgen ernstig is, en in voldoende mate objectiveerbaar. Om dit geestelijk letsel aan te kunnen tonen, kan volgens het arrest van 28 juni 2022 een rapportage van een ter zake bevoegde en bekwame deskundige volstaan. In dit verband oordeelde het Hof Den Bosch op 25 oktober 2022 dat een verklaring van een huisarts in de desbetreffende zaak voldoende was (Gerechtshof Den Bosch 25 oktober 2022, ECLI:NL:RBZWB:2021:1283, r.o. 2.2). Voorafgaand aan het arrest van 28 juni 2022 gold het vereiste dat sprake moest zijn van een diagnose van een psychiatrisch erkend ziektebeeld. De drempel om geestelijk letsel aan te tonen is sinds het arrest van 28 juni 2022 aldus verlaagd. Wanneer het geestelijk letsel voldoende is aangetoond, heeft een secundair slachtoffer recht op vergoeding van smartengeld en van vergoeding van materiële schade ten gevolge van het geestelijk letsel. Het smartengeld ziet op een vergoeding voor het leed ten gevolge van het geestelijk letsel. De materiële schade kan bijvoorbeeld het verlies van inkomen inhouden.

Uitspraak

De Hoge Raad heeft de vordering van de vader van Sharleyne tot vergoeding van shockschade toegewezen. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel de gruwelijke toedracht van het misdrijf en de directe familieband tussen het slachtoffer en de benadeelde betrokken. Het maakt daarbij niet uit dat de vader niet onmiddellijk is geconfronteerd met de (gevolgen van) het misdrijf, maar pas bij het identificeren van zijn dochter in het mortuarium. De onrechtmatigheid van het handelen van de moeder ten opzichte van Sharleyne is aldus ook onrechtmatig tegenover de vader. Hij moet daarom de schade ten gevolge van zijn geestelijk letsel vergoed krijgen. Het geestelijk letsel heeft hij kunnen onderbouwen door middel van een rapportage van een klinisch psycholoog en een psychotherapeut.

Conclusie

Middels het arrest van 28 juni 2022 heeft de Hoge Raad de vereisten voor shockschade gepreciseerd. Hoewel de Hoge Raad het niet met zoveel woorden benoemt, lijkt het erop dat de vereisten soepeler zijn geworden. Zo kan ook sprake zijn van shockschade in het geval dat geen verkeers-of veiligheidsnormen zijn geschonden. Daarnaast kan een secundair slachtoffer ook in aanmerking komen voor shockschade wanneer hij met de gevolgen van de traumatische gebeurtenis is geconfronteerd. Een voorbeeld daarvan is het identificeren van een overleden slachtoffer in een mortuarium. Het onmiddellijk fysiek aanwezig zijn of het waarnemen van de traumatische gebeurtenis is niet meer vereist. Afsluitend hoeft een secundair slachtoffer zijn geestelijk letsel niet meer aan te tonen middels een diagnose van een psychiatrisch erkend ziektebeeld. Een verklaring van bijvoorbeeld een huisarts kan voor een secundair slachtoffer voldoende zijn om zijn geestelijk letsel aan te tonen. Heeft u vragen over het vorderen van shockschade? Neem dan contact met mij op of met één van mijn collega’s.   Holla legal & tax kan u bij het verhalen van uw letselschade in veel gevallen kosteloos bijstaan. Onze letselschade advocaten zullen u als slachtoffer zoveel mogelijk ontzorgen, zodat u zich volledig kunt richten op uw herstel. Informatie over wat wij voor u kunnen betekenen, hoe een letselschadezaak precies in zijn werk gaat en hoe het zit met de vergoeding van advocaatkosten, is te vinden op deze pagina.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief