Vereniging Verkeersslachtoffers wil aanpassing Wegenverkeerswet

De Vereniging van Verkeersslachtoffers heeft staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie op dinsdag 6 januari 2015 een petitie aangeboden. De vereniging pleit daarin voor strengere straffen voor verkeersovertredingen die de dood of levenslang letsel tot gevolg hebben. Hiervoor zou de wet moeten worden aangepast. Vier vragen en antwoorden over de huidige situatie.

Wanneer komt een verkeersongeluk voor de strafrechter?

Veruit de meeste ongelukken in Nederland worden buiten de rechter om afgehandeld. Wanneer bij een verkeersongeluk iemand wordt gedood of zwaar lichamelijk letsel heeft, stelt de politie doorgaans een onderzoek in. Gekeken wordt of het ongeluk door de schuld van een van de betrokkenen is veroorzaakt. Als de politie tot die conclusie komt, wordt proces-verbaal opgemaakt en gaat de zaak naar het Openbaar Ministerie (OM). De officier van justitie beoordeelt opnieuw of er sprake is van schuld. Als hij die vraag met ‘ja’ beantwoordt, komt de zaak voor de strafrechter. 

Waar kijkt de rechter naar als hij over verkeersovertredingen moet oordelen? 

De rechter kijkt – zoals in elke rechtszaak – naar de specifieke omstandigheden en feiten. De doorslaggevende vraag bij het opleggen van een straf is of de verdachte ‘aanmerkelijke schuld’ heeft. Als er doden en/of ernstig letsel zijn te betreuren, ligt de vraag voor of het om ‘dood door schuld in het verkeer’ gaat. Als de rechter die schuld bewezen acht, heet het een misdrijf en dat leidt gemiddeld tot relatief zware straffen. Er bestaan drie categorieën van schuld, oplopend in ernst en strafhoogte: onoplettend/onvoorzichtig rijgedrag (bijvoorbeeld te hard rijden wanneer het zicht slecht is), een grove verkeersfout (bijvoorbeeld veel te hard rijden en je passagiers geen gordels laten dragen) en roekeloos rijden (zoals opzettelijk door rood rijden met hoge snelheid onder invloed van alcohol). De rechter bepaalt steeds per zaak welke categorie van toepassing is. Wanneer de bestuurder niet schuldig blijkt, zal de rechter bekijken of hij wel gevaar op de weg heeft veroorzaakt. 

Welke straffen kan de rechter opleggen bij een dodelijk verkeersongeluk?

Dat varieert van een boete, een taakstraf, ontzegging van de rijbevoegdheid tot een (voorwaardelijke) gevangenisstraf. Gaat het om een overtreding, dan volgt een relatief lichte straf: hoogstens twee maanden hechtenis en 3.900 euro boete. De maximale ontzegging van de rijbevoegdheid is twee jaar. Is de bestuurder schuldig en gaat het om een misdrijf, dan kan de rechter een beduidend zwaardere straf opleggen: maximaal 9 jaar gevangenisstraf en 20.250 euro boete. Bij roekeloos rijgedrag is het strafmaximum voor een dodelijk ongeluk hoger dan bij lagere categorieën van schuld: 6 jaar gevangenisstraf in plaats van 3 jaar. Beide maxima kunnen door de rechter met de helft worden verhoogd als sprake is van extreem gevaarlijk rijgedrag (bijvoorbeeld een wilde achtervolging en/of excessief drankgebruik). Zo kan de 6 jaar cel voor roekeloos rijgedrag worden opgehoogd tot 9 jaar. De rechter kan een verdachte ook vrijspreken, als hij vindt dat de verdachte geen enkele blaam treft. Bijvoorbeeld wanneer hij goed in zijn autospiegels keek, maar een groot bord zijn zicht belemmerde.

In de wet staat nu niet dat de rechter een gevangenisstraf moet opleggen bij het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval?

Nee. Bij verkeersovertredingen gaat het vaak om uitermate ingewikkelde situaties. Nabestaanden bij een dodelijk verkeersongeluk voelen onherstelbaar leed. En verwachten vervolgens genoegdoening. Maar soms moet de rechter concluderen dat het bij een ernstig ongeluk toch om relatief lichte verkeersovertredingen gaat. Bij een dodelijk ongeluk is van opzet meestal geen sprake. Automobilisten hebben vrijwel nooit de intentie om een ongeluk te veroorzaken, laat staan om iemand te doden.

Dit artikel is ook opgenomen in Opmaat Letselschade. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marloes Hulstein, tel. +31 40 23 80 682.

 

bron: www.rechtspraak.nl