Uitgesproken: Medisch specialist wordt uit ziekenhuis gezet

Een medisch specialist, meer dan 20 jaar werkzaam, krijgt problemen met de overige leden van zijn maatschap, een andere maatschap en het management van het ziekenhuis. Het bestuur van de medische staf stelt de raad van bestuur voor om de toelatingsovereenkomst met de specialist te beëindigen. Na opzegging volgt een arbitrage bij het Scheidsgerecht voor de Gezondheidszorg. Het bindend advies laat de opzegging van de toelatingsovereenkomst in stand en het Scheidsgerecht kent geen vergoeding aan de specialist toe.

De medisch specialist laat het hier niet bij zitten en stapt naar de civiele rechter. Die oordeelt dat er geen redenen zijn de uitspraak te vernietigen, maar voegt daar aan toe dat zij wel in volle omvang kan beoordelen of er onrechtmatig is gehandeld door het ziekenhuis en stafbestuur. Er is weliswaar terecht opgezegd, maar de rechtbank oordeelt niettemin dat beiden onrechtmatig hebben gehandeld en een schadevergoeding moeten betalen. De vordering van € 1.500.000 wordt toegewezen.

Het ziekenhuis en stafbestuur gaan in hoger beroep. Het hof laat de arbitrale uitspraak eveneens in stand, maar ziet anders dan de rechtbank weinig ruimte om te oordelen over de onrechtmatigheid van het handelen van het ziekenhuis. Nu daarover door het Scheidsgerecht reeds een oordeel is geveld, dat niet vernietigbaar is gebleken, kan dit niet alsnog volledig worden getoetst door de civiele rechter.

Ten aanzien van de medische staf kan naar het oordeel van het hof wél een volledige toets worden uitgevoerd. Het inhoudelijke oordeel van het Scheidsgerecht ziet namelijk alleen op het besluit van het ziekenhuis. De vraag of de medische staf aansprakelijk kan worden gehouden is door het Scheidsgerecht niet beantwoord. Het hof concludeert dat de staf is tekortgeschoten in de zorg die van haar kon worden gevergd, zowel in de fase waarin onder haar verantwoordelijkheid een onderzoek heeft plaatsgevonden als nadien, toen de medisch specialist nog een kans op werkhervatting zou zijn geboden. Het hof is van oordeel dat de kans reëel was geweest dat bij anders handelen van het stafbestuur de specialist had kunnen blijven werken. Het stafbestuur had de conclusies uit het onderzoeksrapport kritischer moeten beoordelen en nader onderzoek moeten doen naar mogelijkheden voor werkhervatting. Het ontnemen van die kans is onzorgvuldig en daardoor onrechtmatig jegens de specialist.

Hoe nu verder? Partijen zullen moeten toelichten hoe groot de kans is dat de specialist dezelfde schade had geleden indien de medische staf niet onrechtmatig had gehandeld. De schade wordt begroot door de situatie waarin de medisch specialist zich nu bevindt te vergelijken met de situatie waarin de toelatingsovereenkomst zou zijn voortgezet. Daarnaast dient de medisch specialist een nieuwe schadeberekening in te brengen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Coen Verberne, 040 23 80 600.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?