Uitbreiding reikwijdte Wet zorg en dwang

Wijziging ‘Besluit zorg en dwang’

Op 1 januari 2020 trad de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (‘Wzd’) in werking. Deze wet is – kort gezegd – van toepassing op de zorg die zorgaanbieders verlenen aan cliënten met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening. De Wzd biedt evenwel de ruimte om in een algemene maatregel van bestuur (‘AMvB’) ziekten of aandoeningen aan te wijzen die voor de toepassing van de Wzd gelijk worden gesteld met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening, indien deze dezelfde gedragsproblemen of regieverlies met zich meebrengen als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking kunnen veroorzaken en daarvoor vergelijkbare zorg is aangewezen (artikel 1, vierde lid Wzd).

Eerder al gaf het Ministerie van VWS aan voornemens te zijn van het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington en niet-aangeboren hersenletsel aan te wijzen als ‘gelijkgestelde aandoeningen’. Daar heeft het ministerie inmiddels gevolg aan gegeven, middels een wijziging van het  ‘Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten’ (‘Besluit zorg en dwang’). Besloten is dat het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington en niet-aangeboren hersenletsel gelijk worden gesteld met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking, indien deze zich bij de cliënt uiten als een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende significante beperkingen overeenkomstig die van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap.

Het voorgaande betekent niet dat cliënten met het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington of niet-aangeboren hersenletsel die in verband daarmee zorg nodig hebben altijd onder de reikwijdte van de Wzd vallen. De toepassing van de Wzd hangt af van het ziekteverloop en de verschijnselen die zich daarbij voordoen. Daarbij komt dat het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntingon of niet-aangeboren hersenletsel ook niet altijd leiden tot gedragsproblemen of regieverlies of deze symptomen in dezelfde mate laten zien. Het syndroom van Korsakov en de ziekte van Huntington kennen een fluctuerend ziektebeeld en personen met niet-aangeboren hersenletsel laten een grote verscheidenheid aan klachten en problemen zien ten gevolge van hun aandoening. Wanneer echter de verschijnselen overeenkomen met gedragsproblemen en regieverlies zoals mensen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap dat ook laten zien, dan is de Wzd van toepassing. Als dat niet het geval is, dan kan de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (‘Wvggz’) op de zorg aan deze cliënten van toepassing zijn. Kortom: de verschijningsvorm van het syndroom, de ziekte of het letsel zijn leidend voor het toepasselijke wettelijke kader.

Vaststelling: indicatiebesluit CIZ of verklaring ter zake kundige arts

Om vast te stellen dat bij een persoon sprake is van de verschijningsvormen van het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington of niet-aangeboren hersenletsel waarop de Wzd van toepassing is, is een verklaring van een ter zake kundige arts of een indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) als bedoeld in de Wet langdurige zorg (Wlz) nodig. Uit dat indicatiebesluit blijkt welke aandoening, handicaps of stoornissen iemand heeft. In de toelichting op de wijziging van het Besluit zorg en dwang wordt aangegeven dat onder meer een psychiater, een arts verstandelijk gehandicapten of een specialist ouderengeneeskunde kwalificeren als de genoemde ter zake kundige arts. Uit de verklaring of het indicatiebesluit van het CIZ moet vervolgens blijken dat er (in verband met het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington of niet-aangeboren hersenletsel) sprake is van een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende significante beperkingen die overeenkomen met die van een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap om te kunnen spreken van een gelijkgestelde aandoening in de zin van de Wzd.

De wijziging van het Besluit zorg en dwang treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Reparatiewet Wzd; voor de zomer van 2020?

Naast de voorgenomen wijziging van het Besluit zorg en dwang wordt er ook een wijziging van de Wzd voorbereid. Het betreft het ‘Spoedreparatiewetsvoorstel Wvggz en Wzd’.  Dit wetsvoorstel is op 14 maart jl. aangekondigd en bevat een beperkt aantal wijzigingen voor de Wzd en de Wvggz. Het streven is om het voorstel voor het zomerreces aan de Tweede kamer aan te bieden. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een tweede wetsvoorstel ter verdere aanscherping van de uitvoerbaarheid van de Wvggz en de Wzd. Dat wetsvoorstel zal punten bevatten die meer uitwerking behoeven.

De tekst van het spoedreparatiewetsvoorstel is nog niet gepubliceerd. Het ligt echter voor de hand dat of met deze spoedreparatie of het daarop volgende wetsvoorstel in ieder geval artikel 26 lid 7 en artikel 30 lid 2 Wzd worden aangepast. In deze bepalingen is nu nog opgenomen dat wanneer een cliënt is opgenomen in een locatie of accommodatie van een zorgaanbieder, de medische verklaring voor een gedwongen opname (een rechterlijke machtiging of inbewaringstelling) niet kan worden opgesteld door een arts die verbonden is aan die zorgaanbieder. Aangekondigd is dat dit zal worden aangepast. Vereist blijft wel dat de ter zake kundige arts die de medische verklaring opstelt niet bij de zorg aan de betreffende cliënt betrokken is (dat wil zeggen: minimaal één jaar geen zorg heeft verleend aan de cliënt) en onafhankelijk van de zorgaanbieder kan besluiten. Inmiddels lopen rechtbanken al op deze aangekondigde aanpassing vooruit. Zie bijvoorbeeld uitspraken van de Rechtbank Rotterdam, Rechtbank Gelderland en de Rechtbank Den Haag. Volgens het Ministerie van VWS zal het CIZ de eis van een van de zorgaanbieder onafhankelijke arts tot de wetswijziging een feit is ook niet meer hanteren bij het accepteren van medische verklaringen.

Heeft u nog vragen of wilt u hier meer informatie over? Neem dan gerust contact op met Sofie Steen, Coen Verberne, Jacqueline de Vries of Jeffrey Groen.