Meer duidelijkheid omtrent compensatie en storingsregistratie voor warmteleveranciers.

storingscompensatie

Op 22 maart 2016 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) een conceptbeleidsregel gepresenteerd waarin meer helderheid wordt geschept over in welke gevallen warmteleveranciers (energiemaatschappijen, woningcorporaties, VvE’s, etc.) warmteverbruikers bij storingen moeten compenseren. Daarnaast geeft de conceptbeleidsregel meer helderheid over de wijze waarop storingen geregistreerd dienen te worden. De ACM achtte de conceptbeleidsregel wenselijk aangezien er veel onduidelijkheid bestond onder warmteleveranciers betreffende de compensatie en storingsregistratie.

Compensatie

Op grond van artikel 4 van de Warmteregeling hebben warmtegebruikers recht op een vergoeding indien een storing langer heeft geduurd dan vier uur. Bij een onderbreking van 4 tot 8 uur krijgen warmtegebruikers 35 euro en voor iedere 4 uur dat de storing langer duurt, hebben de gebruikers recht op een extra bedrag van 20 euro. Daarbij dient de warmteleverancier de compensatie binnen 6 maanden na het herstel van de storing aan de warmtegebruikers te betalen zonder dat zij een daartoe strekkend verzoek hoeven in te dienen bij de warmteleverancier.

Het begrip ‘storing’ wordt in de conceptbeleidsregel omschreven als elke onderbreking van de levering van warmte. Daarbij geeft de conceptbeleidsregel aan dat er twee uitzonderingssituaties bestaan waarbij de onderbreking van de levering van warmte door ACM niet wordt aangemerkt als een storing. Dit is het geval indien er sprake is van:

(i) voorziene onderbrekingen die de leverancier tenminste drie dagen van tevoren bij de verbruiker heeft aangekondigd. Hierbij kan gedacht worden aan onderbrekingen als gevolg van geplande werkzaamheden door de leverancier; en

(ii) onderbrekingen die hun oorsprong vinden in de binneninstallatie. Voor het begrip ‘binneninstallatie’ maakt de ACM een onderscheid tussen het warmtenet van de warmteleverancier en de binneninstallatie van de verbruiker. Tot de binneninstallatie van een verbruiker behoren naar het oordeel van de ACM in ieder geval de radiatoren, de individuele warmtewisselaar/afleverset, de individuele warmtemeter en warmtekostenverdelers. Leidingen, installaties en hulpmiddelen die door het gebouw van de verbruiker lopen en (mede) warmte doorleveren aan een ander gebouw of werk, maken geen deel uit van de binneninstallatie. In het geval dat er sprake is van onderbrekingen die hun oorsprong vinden in de binneninstallatie is er volgens de ACM geen sprake van een onderbreking van de levering van warmte. De warmte is in die situatie door de leverancier bij de verbruiker afgeleverd. De onderbreking vindt vervolgens plaats bij de verbruiker zelf, wat naar de mening van ACM voor zijn eigen risico en rekening dient te komen.

Storingsregistratie

Op grond van artikel 2, zevende lid, van de Warmtewet dienen leveranciers een storingsregistratie bij te
houden en jaarlijks op geschikte wijze te publiceren. De ACM heeft hiervoor in de conceptbeleidsregel aansluiting gezocht bij de uitgangspunten voor de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas – RNB. Naar het oordeel van ACM dient de storingsregistratie van een leverancier per storing ten minste te bevatten:
a) het tijdstip van aanvang van de storing;
b) het tijdstip van controle van het verhelpen van de storing;
c) de verbruikers die getroffen zijn door de storing;
d) de oorzaak van de storing;
e) de handelingen die de leverancier heeft verricht of heeft laten verrichten met het oog op het verhelpen van de
storing; en
f) in geval van een ernstige storing, de datum waarop de financiële compensatie is uitgekeerd.

De storingsregistratie dient niet alleen bijgehouden te worden, maar dient ook jaarlijks gepubliceerd te worden. Hierbij worden de gegevens over en van warmteverbruikers aangemerkt als persoonsgegevens en dienen geanonimiseerd te worden. De registratie en publicatie van de storingen zorgen voor transparantie voor de verbruikers en biedt de ACM handvatten bij haar toezicht op de naleving van de Warmtewet.

De conceptbeleidsregel kunt u hier vinden. Indien u vragen hebt of nadere informatie wenst over de Warmtewet kunt u contact opnemen met mr. N.R. Verweij

De bovenstaande informatie is niet bedoeld als, en dient niet te worden beschouwd als, juridisch advies van welke aard dan ook. Holla Advocaten is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele gebruik dat van de informatie wordt gemaakt.