Snuffelen in privé e-mail ex-partner: onrechtmatig verkregen bewijs?

Advocaten halen doorgaans alles uit de kast om hun cliënt zo goed mogelijk bij te staan. Een enkeling zoekt daarbij echter de grenzen op. Zo heeft de Rechtbank Noord-Nederland zich recent gebogen over de vraag of de e-mails die de vrouw zonder toestemming uit de mailbox van haar ex-partner heeft gevist, in een procedure als bewijs mogen worden gebruikt. Wie vaak Amerikaanse rechtbankseries heeft gekeken roept waarschijnlijk “nee”. Het Nederlands civiele recht werkt echter anders. Indien sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, brengt dit nog niet automatisch mee dat dit ook als bewijsmiddel moet worden uitgesloten.

De casus

De vrouw in kwestie brak al jaren in op de privé e-mail van haar ex-partner. Zij heeft daardoor kennis kunnen nemen van alle e-mailcorrespondentie die de man gevoerd heeft, waaronder vertrouwelijke correspondentie tussen de man en zijn advocaat en tussen de man en zijn accountant. Volgens de vrouw blijkt uit deze e-mails dat de man bewust een onjuist beeld van zijn inkomen geeft, zodat hij minder alimentatie hoeft te betalen. Zij wenst deze e-mails dan ook als bewijsstukken in het geding te brengen.

De man maakt hiertegen echter bezwaar. Hij heeft de vrouw geen toestemming gegeven om in zijn – met een wachtwoord beveiligde – privé e-mail te kijken. Volgens de man zijn de e-mails dan ook onrechtmatig verkregen en dienen zij uitgesloten te worden van bewijs.

Het oordeel

De rechtbank oordeelt dat de vrouw door haar handelwijze een inbreuk heeft gemaakt op het recht op privacy van de man. De vraag of sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, kan volgens de rechtbank echter in het midden blijven. Ook als dat zo is, kunnen de e-mails als bewijs worden toegelaten. De Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, heeft immers al diverse keren geoordeeld dat het maatschappelijk belang van de waarheidsvinding  zwaarder weegt dan het belang van uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs. Alleen indien sprake is van zeer bijzondere omstandigheden, is uitsluiting van dat bewijs gerechtvaardigd. Dergelijke bijkomende omstandigheden heeft de man echter niet gesteld.

De vrouw mag de e-mails die zij zonder toestemming uit de mailbox van de man heeft gevist, dus als bewijs in het geding brengen.

Tuchtrecht

Het voorgaande betekent echter niet dat een advocaat zonder meer ieder door de cliënt aangereikt stuk in een procedure kan overleggen. Onder omstandigheden kan het overleggen van onrechtmatig verkregen bewijs namelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn. Zo mag een advocaat in beginsel geen correspondentie tussen de wederpartij en zijn advocaat overleggen vanwege het strikt vertrouwelijke karakter daarvan. De wijze waarop de advocaat beschikking heeft verkregen over deze correspondentie is daarbij niet van belang. Wel mag de advocaat dergelijke correspondentie overleggen als er in redelijkheid kan worden geoordeeld dat daarmee de proceskansen van zijn eigen cliënt worden verhoogd.

Rechtbank Noord-Holland 16 september 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:7802