Signalering: ongewenste beïnvloeding medische hulpmiddelen

zorgaanbieders stakeholders

Eind 2022 is in diverse media veel gezegd en geschreven over de (on)gewenste beïnvloeding van medisch specialisten door de medische industrie. Uit onderzoek van Nieuwsuur was gebleken dat cardiologen miljoenen euro’s kregen van de medische industrie, zonder dat is voldaan aan de voorwaarden die gelden voor zulke betalingen. De voorwaarden die volgens Nieuwsuur niet zijn nageleefd zijn te vinden in zowel wet- en regelgeving, als in zelfregulering.

1. Wet- en regelgeving

Vanuit wet- en regelgeving is met name de Wet medische hulpmiddelen (‘Wmh’) van belang. In de Wmh is onder meer geregeld dat ‘gunstbetoon’ in beginsel verboden is. Gunstbetoon is het door een leverancier van een medisch hulpmiddel in het vooruitzicht stellen, aanbieden of toekennen van geld of op geld waardeerbare diensten of goederen aan:

  • een persoon die betrokken is bij de toepassing van een medisch hulpmiddel,
  • een (zorg)instelling, of
  • een zorgverzekeraar

met het kennelijke doel om de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen (artikel 6 Wmh). De gedachte achter het verbod op gunstbetoon is het voorkomen van ongewenste beïnvloeding van zorgprofessionals die (bijvoorbeeld) een bepaald hulpmiddel (van een bepaalde fabrikant) voor hun patiënt(en) moeten kiezen.

Er zijn vier uitzonderingen op het verbod op gunstbetoon. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het vergoeden van deelnamekosten aan een bijeenkomst. Een andere uitzondering geldt voor dienstverlening: het verrichten van diensten door een zorgprofessional bij de toepassing van een medisch hulpmiddel tegen een vergoeding van de leverancier. Een voorbeeld van een voorwaarde die bij dienstverlening geldt is dat de vergoeding redelijk en marktconform moet zijn. Daarvoor gelden vaste (maximum)uurtarieven. De uitzonderingen op het verbod op gunstbetoon zijn opgesomd in artikel 6 lid 3 van de Wmh en verder uitgewerkt in de Beleidsregels gunstbetoon Wet medische hulpmiddelen. De Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (‘IGJ’) houdt toezicht op de naleving van het verbod op gunstbetoon.

2. Gedragscode Medische Hulpmiddelen

Naast de wet- en regelgeving is ook de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (‘de Gedragscode’) van belang. De Gedragscode is door veldpartijen opgesteld en bindend voor de leden van de bij de GMH aangesloten (koepels van) leveranciers van medische hulpmiddelen, en brancheorganisaties. Te noemen zijn de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen en de KNMG.

De regels uit de Gedragscode sluiten aan bij de Wmh, maar gaan op onderdelen verder. Zo worden nadere eisen gesteld aan (de inhoud van) een dienstverleningsovereenkomst. Ook is vereist dat een zorgprofessional ervoor zorgdraagt dat hij van het bestuur van de instelling dan wel zijn werkgever voorafgaande toestemming voor de dienstverlening heeft gekregen (art. 13 lid 7 van de Gedragscode). Uit het onderzoek van Nieuwsuur bleek dus dat die laatste voorwaarde (lang) niet altijd wordt nageleefd. Een andere relevante voorwaarde is dat (onder meer) dienstverleningsovereenkomsten moeten worden gemeld bij het Transparantieregister Zorg.

3. Ontwikkelingen

Naar aanleiding van het onderzoek van Nieuwsuur heeft de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (‘de Minister’) aangekondigd maatregelen te nemen. De minister schreef op 13 maart 2023 aan de Tweede Kamer dat hij voornemens is, kort gezegd, drie maatregelen te nemen.

  1. Eind 2023 volgt nieuwe wet- en regelgeving om het overheidstoezicht op ongewenste beïnvloeding, waaronder gunstbetoon, te versterken. Er zal een wettelijke verplichting komen om financiële transacties te melden in het Transparantieregister Zorg (en dus niet langer op basis van (slechts) zelfregulering);
  2. De huidige zelfregulering door de branchepartijen wordt geoptimaliseerd, waaronder het Transparantieregister Zorg;
  3. De IGJ intensiveert haar toezicht nu al binnen de huidige mogelijkheden en wettelijke kaders.

Voor zorgaanbieders is dus van belang om hun huidige beleid en processen nog eens tegen het licht te houden, voor zover dat nog niet is gebeurd naar aanleiding van de ontwikkelingen in het najaar van 2022. Uit de brief van de Minister volgt dat het toezicht van de IGJ zal worden geïntensiveerd en dat voor eind 2023 nieuwe wet- en regelgeving is aangekondigd. We houden de ontwikkelingen in de gaten!