Relatiebeding geschonden door algemeen bericht op Facebook

Social media in het arbeidsrecht blijft een hot item. Uitspraken over schending van het relatiebeding via social media volgen elkaar in hoog tempo op, maar zijn alles behalve eenduidig.

De voorzieningenrechter Maastricht oordeelde dat voor de vraag of het relatiebeding is geschonden een onderscheid moet worden gemaakt tussen het privékarakter van Hyves, Twitter en Facebook ten opzichte van het zakelijke karakter van LinkedIn (8 februari 2012, LJN: BV3122). De kantonrechter Arnhem oordeelde echter dat ook Facebook niet tot het privédomein van de werknemer behoort, nu het begrip ‘vrienden’ erg betrekkelijk is (19 maart 2012, LJN BV9483). Hieruit volgt dat het enkele argument van de werknemer dat een bericht een privékarakter heeft niet voldoende is.

Bij de beoordeling van schending van het relatiebeding is het van belang of de werknemer actief de relaties heeft benaderd, zo volgt uit de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (24 juli 2008, JAR 2008/313). Het gerechtshof bepaalde dat er sprake is van actief werven, als klanten op individuele basis worden benaderd. Het is daarbij niet vereist dat het gaat om “enig concreet op de desbetreffende persoon gesneden aanbod”. Het verzenden van een bericht aan vijf klanten van de wederpartij met daarin een algemene tekst kan worden aangemerkt als actief werven en levert een schending van het relatiebeding op. Een bericht op Twitter leidt volgens het Gerechtshof ’s-Gravenhage (21 februari 2012, JAR 2012/129) echter niet tot schending van het relatiebeding, zelfs niet als relaties het bericht op Twitter volgen. Reden hiervoor is dat het volgen van een bericht op Twitter een eenzijdige handeling is van de relatie en dat de werknemer hier geen invloed op heeft.

Gelet op het voorgaande is de uitspraak van de voorzieningenrechter te Rotterdam (29 augustus 2012, JAR 2013/26) opmerkelijk, nu hierin is bepaald dat ook een algemeen bericht op Facebook kan leiden tot schending van het relatiebeding. In deze zaak was de werknemer werkzaam als directeur bij een sportschool. Nadat de arbeidsrelatie was geëindigd, gold er tussen partijen een relatiebeding. Aansluitend aan het einde van zijn dienstverband richtte de werknemer een sportschool op en in het kader daarvan plaatste hij de volgende twee berichten op Facebook: “Vandaag start de voorverkoop om lid te worden van The Training Room! Kijk op de website voor de aanbieding. Voorkom een wachtlijst en maak nu vast een afspraak. thetrainingroom.nl”. en “The Training Room ? for body & soul opent zijn deuren op dinsdagavond 10 april a.s. vanaf 19.00 uur. Er is dan een gezellig borrel en iedereen is welkom! Neem leuke en vrolijke bekende mee! Zet het in je agenda. Tot dan!”

De voorzieningenrechter oordeelde dat de werknemer met het plaatsen van deze berichten het relatiebeding heeft geschonden, nu de werknemer gelet op de startfase waarin de sportschool zich bevond actief klanten wierf. Hieraan legde de voorzieningenrechter ten grondslag dat deze berichten relaties van de concurrent hadden kunnen bereiken. Dat de berichten niet specifiek gericht waren aan relaties en dat het onduidelijk was of de berichten de relaties daadwerkelijk hadden bereikt doet hier niets aan af.

Kortom: de reikwijdte van het relatiebeding is door deze uitspraak verder opgerekt, nu ook een algemeen bericht via social media al kan leiden tot schending van het relatiebeding. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Joyce van Lith, sectie Arbeidsrecht (T. 073 616 11 00, E. j.vanlith@holla.nl) of met Petra Domevscek, sectie Arbeidsrecht (T. 073 616 11 00, E. p.domevscek@holla.nl)

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?