Recherchebureau rijdt scheve schaats in alimentatiekwestie.

In het familierecht wordt nog wel eens een detective ingeschakeld, bijvoorbeeld om te bewijzen of een ex-echtgenoot samenwoont of betaalde werkzaamheden verricht, hetgeen van belang is voor de te betalen alimentatie. Zo ook in een alimentatieprocedure bij de rechtbank Oost-Brabant. De man schakelde in deze zaak een recherchebureau in om te onderzoeken of zijn ex-vrouw werkzaamheden verrichtte in de escortbranche. Het recherchebureau besluit vervolgens contact op te nemen met de vrouw, een seksuele dienst bij haar af te nemen en daarover vervolgens uitgebreid verslag te doen in een rapport, dat later door de man in het geding wordt gebracht.

De vrouw start daarop een procedure tegen het recherchebureau. Zij stelt dat het bureau onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door inbreuk te maken op haar persoonlijke levenssfeer en vordert schadevergoeding. De rechtbank komt tot het oordeel dat de man in de alimentatieprocedure moet bewijzen dat de vrouw over inkomen beschikt en dat het hem daarbij in beginsel vrij staat een particulier onderzoeksbureau in te schakelen. In zoverre is de opdracht aan dit bureau ook niet ongebruikelijk. Wel moet van een particulier onderzoeksbureau bij het aanvaarden en uitvoeren van een dergelijke opdracht een grote mate van zorgvuldigheid worden verwacht.

Naast de algemene zorgvuldigheidsnormen en de normen die voortvloeien uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens, moet ook de privacygedragscode particuliere onderzoeksbureaus in acht worden genomen. In die gedragscode is bepaald dat er niet meer gegevens worden vastgelegd dan uiteindelijk nodig zijn voor het opstellen van een rapport voor de opdrachtgever. Niet relevante gegevens moeten daarom worden vernietigd of worden teruggegeven om te voorkomen dat deze in het dossier belanden en bewaard blijven. Het bureau diende in het kader van het alimentatiegeschil tussen man en vrouw, slechts te onderzoeken of de vrouw over inkomen beschikt, danwel kan beschikken en niet op welke wijze zij dit inkomen verwerft. Het verschijnen op de afspraak en het aannemen van een betaling is afdoende bewijs van het feit dat de vrouw inkomen uit werkzaamheden heeft.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat het recherchebureau, om aan te tonen dat de vrouw inkomen verwerft, had kunnen en ook moeten volstaan met het maken van een afspraak via de website en het doen van de betaling nadat de vrouw op de afspraak was verschenen. Door dit niet te doen en de dienst daadwerkelijk af te nemen en daarvan gedetailleerd verslag te doen, heeft het bureau gegevens vastgelegd die voor de opdracht niet noodzakelijk waren. Daarmee heeft het bureau onzorgvuldig jegens de vrouw gehandeld. Het bureau heeft tevens gehandeld in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens door meer gegevens te verwerven dan noodzakelijk en de door de vrouw niet te informeren dat haar persoonsgegevens werden verwerkt. Het recherchebureau moet aan de vrouw een schadevergoeding betalen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mr. Nicole Lindhout-Schot, 073 61 61 100.