Loonregres door de werkgever

Het zelfstandige verhaalsrecht dat op grond van art. 6:107a BW aan een werkgever toekomt.

Als werkgever bent u gehouden om tijdens ziekte van een werknemer de eerste 104 weken minimaal 70% van het laatstverdiende loon door te betalen. Daarbij dient de eerste 52 weken ten minste het wettelijke minimumloon doorbetaald te worden. Bovendien is het mogelijk dat in de arbeidsovereenkomst een ruimere doorbetalingsplicht is opgenomen. Naast dat op u als werkgever een dergelijke loondoorbetalingsplicht rust, bent u gehouden om op grond van de Wet Verbetering Poortwachter de uitgevallen werknemer optimaal te begeleiden bij de re-integratie. Beide verplichtingen brengen een financiële last voor de werkgever – die bovendien een arbeidskracht moet missen – met zich mee.

Wanneer de arbeidsongeschiktheid van de werknemer en daarmee de op de werkgever drukkende financiële verplichting werd veroorzaakt door een derde, kunt u op grond van art. 6:107a BW uw schade op deze derde verhalen. Art. 6:107a BW kent aan u als werkgever namelijk een zelfstandig verhaalsrecht toe voor de aan de werknemer betaalde nettoloonkosten en de gemaakte re-integratiekosten. Hoe gaat dit in zijn werk en welke kosten komen voor vergoeding in aanmerking?

Aansprakelijkheid

Het in art. 6:107a BW neergelegde verhaalsrecht vereist dat een derde aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer uw werknemer als gevolg van een achteropaanrijding – veroorzaakt doordat de achterligger onvoldoende afstand hield – niet meer (volledig) in staat is om zijn of haar werkzaamheden uit te oefenen. De bestuurder van het achterop rijdende voertuig zal dan doorgaans aansprakelijk zijn voor de schade die uit het ongeval voortvloeit.

Om het verhaalsrecht uit te oefenen, dient u degene die verantwoordelijk is voor de arbeidsongeschiktheid formeel aansprakelijk te stellen voor de reeds geleden en nog te lijden loonschade. Toegepast op het voorbeeld van de achteropaanrijding dient een aansprakelijkstelling te worden gericht aan de bestuurder van het achterop rijdende voertuig en de WAM-verzekeraar van het betreffende voertuig.

De achterliggende gedachte van art. 6:107a BW is dat voorkomen moet worden dat degene die schade heeft veroorzaakt, aan zijn verplichting tot vergoeding daarvan ontkomt en er zodoende van profiteert dat de door hem veroorzaakte schade wordt vergoed door de werkgever in kwestie.

Schade

Op grond van art. 6:107a BW kunt u aanspraak maken op vergoeding van de nettoloonkosten, de redelijk gemaakte re-integratiekosten en de redelijke advocaatkosten die u heeft moeten maken om de geleden schade op de aansprakelijke derde te verhalen.

Indien uw onderneming niet beschikt over een (volledig) kostendekkende verzuimverzekering zult u bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zelf zorg moeten dragen voor doorbetaling van het loon. Van belang is dat u op grond van art. 6:107a lid 2 BW aanspraak kunt maken op vergoeding van het merendeel van deze loonkosten. De nettoloonkosten komen namelijk op grond van dit artikel voor vergoeding in aanmerking. Uw verhaalsrecht wordt aldus beperk tot het salaris dat de werknemer tijdens de arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk op zijn of haar bankrekening krijgt gestort. Dit is zo omdat het regresrecht enkel ziet op de schade die de aansprakelijke partij aan de werknemer had moeten vergoeden op het moment dat geen sprake zou zijn geweest van een loondoorbetalingsverplichting. Vanwege deze achterliggende reden kunnen door de werkgever enkel de nettoloonkosten op de aansprakelijke partij worden verhaald.

Naast dat u als werkgever een loondoorbetalingsplicht heeft, rust op u de verplichting om al het redelijkerwijs mogelijke te ondernemen om de werknemer weer aan het werk te helpen. De redelijke kosten die met deze inspanning gepaard gaan, kunnen op grond van art. 6:107a lid 3 BW worden verhaald op de aansprakelijke partij. In dat verband handelt het om alle denkbare kosten van re-integratiemaatregelen die ingevolge art. 7:658a lid 3 BW worden genomen. Daarbij dient in de eerste plaats gedacht te worden aan de kosten die gemoeid zijn met administratieve verrichtingen zoals het opstellen van een plan van aanpak en een re-integratieverslag. Ook dient gedacht te worden aan de kosten die komen kijken bij de activiteiten die worden ondernomen met het oog op terugkeer van de werknemer in het arbeidsproces. Zo kan het zijn dat de werkplek van de werknemer aanpast dient te worden of dat de werknemer in het kader van om- of bijscholing een opleiding of cursus op uw kosten volgt. Ook de kosten die gepaard gaan met de inschakeling van een re-integratiebedrijf vallen onder de te verhalen re-integratiekosten.

Om de gemaakte nettoloonkosten en re-integratiekosten te verhalen, kunt u zich tot een advocaat wenden. De kosten die gepaard gaan met de inschakeling van een advocaat komen bij een erkenning van aansprakelijkheid in beginsel eveneens voor vergoeding in aanmerking. Daarbij is het wel van belang dat deze kosten voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. Dit houdt in dat zowel de noodzaak van de werkzaamheden, als de omvang en aard van de met deze werkzaamheden gemoeide kosten aan de redelijkheid worden getoetst. Zijn de kosten in redelijkheid gemaakt, dan dienen deze eveneens door de aansprakelijke partij te worden vergoed.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Of wenst u de door uw onderneming geleden loonschade te verhalen? Neem dan contact op met Iris Cuijpers van de business unit Aansprakelijkheid, Verzekering en Vervoer.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?