Juridische aandachtspunten als gevolg van de Brexit.

Op 24 juni 2016 is bekend geworden dat de inwoners van het Verenigd Koninkrijk ervoor hebben gekozen om de Europese Unie (EU) te verlaten. Dat een Brexit juridische gevolgen heeft voor ondernemers is onlosmakelijk.

In artikel 50 van het Europees verdrag is opgenomen dat een lidstaat kan besluiten om zich uit de EU terug te trekken. De betreffende lidstaat dient hiervan kennis te geven aan de Europese Raad. Op dat moment hebben de EU en het uittredende lid twee jaar de tijd om tot een terugtredingsakkoord te komen. Na de periode van twee jaar zullen de Europese verdragen niet meer van toepassing zijn op het uittredende lid.

Nu het Verenigd Koningrijk ervoor gekozen heeft om uit de EU te stappen, zal er op korte termijn niet veel veranderen. Echter, de mogelijke (juridische) gevolgen van het uittreden en onder welke voorwaarden dit gebeurt zijn uiterst onzeker. Denkend vanuit het vrije verkeer van kapitaal, goederen, personen en diensten verandert de positie van talloze burgers en bedrijven. De volgende aandachtspunten kunnen voor Nederlandse ondernemers van belang zijn als gevolg van de Brexit:

  • Gesloten overeenkomsten zullen moeten worden herzien ten aanzien van bepalingen betreffende contractuele territoriale reikwijdte, hierbij kan men denken aan concurrentieafspraken, distributie- en agentuurafspraken.
  • De verordeningen betreffende de conflictregels (Rome I en Rome II) voor de bepaling van het toepasselijk recht op overeenkomsten zullen komen te vervallen voor het Verenigd Koninkrijk. De Engelse rechter zal eerder, ook al is het recht van een lidstaat van toepassing, de nationale regels ter bescherming van Britse belangen mogen toepassen.
  • Ondernemers zullen minder eenvoudig zich kunnen vestigen in het Verenigd Koninkrijk en tevens zal het lastiger worden om in het Verenigd Koninkrijk goederen en dienst aan te bieden.
  • Het zal voor Nederlandse werknemers moeilijker zijn om in het Verenigd Koninkrijk te wonen en te werken.
  • De tenuitvoerlegging van vonnissen in het Verenigd Koninkrijk zal mogelijk blijven, maar wel minder eenvoudig worden.
  • Nederlandse financiële instellingen zullen moeten voldoen aan de lokale regels en mogelijk hun bijkantoor moeten omvormen tot een dochteronderneming met rechtspersoonlijkheid en een vergunning aanvragen. Financiële instellingen maken op dit moment gebruik van een ‘Europees paspoort’. Dit houdt in dat een vergunning van een nationale toezichthouder toegang biedt tot de gehele Europese Unie.
  • Bijzondere Europese procedures, zoals de  Europese Betalingsbevelprocedure welke het mogelijk maakt om op een gemakkelijke manier grensoverschrijdende incasso’s te innen, zullen komen te vervallen.

Afhankelijk van de toekomstige toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot verschillende verdragen en de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, zullen de juridische gevolgen van de Brexit al dan niet beperkt blijven.

Uiteraard kunt u voor meer informatie contact opnemen met mr. N.R. Verweij