Inlening en Uitzend-cao: meer dan €300.000,- aan achterstallig loon

Samenwerkingsverbanden

De terbeschikkingstelling van Slowaakse en Roemeense werknemers heeft geleid tot achterstallig loon van meer dan €300.000,- en een schadevergoeding van bijna €100.000,- die een uitlener moet betalen. Dat heeft te maken met de Uitzend-cao die van toepassing is – ook bij grensoverschrijdende inlening. Hoe zit dit? Lees het hieronder. 

Wat was er aan de hand?

Het gaat hier om twee rechtszaken die in Nederland speelden.[1] Twee ondernemingen, Lugera & Makler Temps S.R.O. en Lugera & Makler Romania SRL (beide hierna: “Lugera”), stelden regelmatig arbeidskrachten tewerk bij derden in Nederland. De arbeidskrachten waren in dienst bij Lugera en waren onderdeel van het Lugeraconcern.

De Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (SNCU) komt op een gegeven moment in beeld en laat onderzoek doen naar de naleving van de Uitzend-cao door Lugera. Er wordt geconstateerd dat sprake is van cao-afwijkingen, die op een later moment door Lugera niet alsnog hersteld worden. De bedragen waar het om gaat: €247.659,- en €69.290,- aan achterstallig loon. Daarnaast laat SNCU aan Lugera weten dat SNCU een schadevergoedingsvordering zal indienen als Lugera niet tot betaling van het achterstallig loon overgaat.

Dat doet Lugera niet, waarna SNCU naar de rechter stapt. De zaak komt uiteindelijk terecht bij het gerechtshof Amsterdam.

Oordeel gerechtshof

In deze zaak zijn drie onderdelen interessant:

  1. de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en het toepasselijk recht;
  2. de kwalificatie van de terbeschikkingstelling als uitzendovereenkomsten;
  3. de toewijzing van de vorderingen.
1. Bevoegdheid Nederlandse rechter en toepasselijk recht

Lugera voert aan dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is. Ook zou Slowaaks respectievelijk Roemeens recht van toepassing zijn binnen deze zaak.

Het gerechtshof oordeelt daarentegen dat de Nederlandse rechter wel bevoegd is om kennis te nemen van deze zaak. Dit vanwege (kort gezegd) het belang van een effectieve rechtstoegang.

Met betrekking tot het toepasselijk recht stelt het gerechtshof voorop dat het aan SNCU is om te bewijzen dat Nederlands recht van toepassing is. Daarvoor is in principe nodig dat Nederland moet worden aangemerkt als het land waar de werkzaamheden van de werknemers gewoonlijk worden verricht. Volgens het gerechtshof blijkt onvoldoende dat daarvan sprake is. De conclusie: de arbeidsovereenkomst tussen de werknemers en Lugera wordt op grond van artikel 8 lid 3 Rome I- verordening in beginsel beheerst door Slowaaks respectievelijk Roemeens recht.

Maar: op grond van artikel 9 Rome I kunnen bepalingen van bijzonder dwingend Nederlands recht van toepassing zijn, alsook op grond van de WAGA[2] en de WagwEU.[3] En dat is hier het geval. Zo oordeelt het gerechtshof.

2. Uitzendovereenkomst

Het gerechtshof oordeelt vervolgens dat er sprake is van een uitzendrelatie. Ze kwalificeren deze driehoeksverhouding als arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:690 BW: een uitzendovereenkomst.

Waarom? Lugera heeft zich jarenlang naar buiten toe gepresenteerd als een uitzendorganisatie. Dat blijkt onder meer uit de inschrijving in het handelsregister, haar eigen communicatie, de terminologie in de arbeidsovereenkomsten en de reactie van Lugera op het onderzoek. De argumenten die Lugera opwerpt ter betwisting hiervan, worden door het gerechtshof niet gevolgd.

3. Achterstallig loon en schadevergoeding

Door deze terbeschikkingstelling en de kwalificatie ‘uitzendovereenkomsten’ is de Uitzend-cao (gedeeltelijk) van toepassing. Het gaat daarbij om de zogenoemde ‘harde kern-voorwaarden’ uit artikel 46 van de Uitzend-cao.

Het gevolg: al deze werknemers hadden meer loon moeten ontvangen. Het gerechtshof oordeelt dan ook dat Lugera achterstallig loon moet betalen voor in totaal €316.949,-

Daarnaast moet Lugera een schadevergoeding betalen voor een totaalbedrag van €94.693,-

Conclusie

Deze twee uitspraken laten zien dat de gevolgen van terbeschikkingstelling van buitenlandse werknemers in Nederland behoorlijke gevolgen kunnen hebben, namelijk onder andere voor de hoogte van het loon. Zelfs jaren na de terbeschikkingstelling kan dit de verantwoordelijke partij(en) duur komen te staan. De bedragen kunnen hoog oplopen. Reden om hier goed op te letten in geval van grensoverschrijdende terbeschikkingstelling.

Vragen over terbeschikkingstelling, cao’s en bevoegdheid van de rechter? Neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten Marloes Stuurop, Martijn Huisman of Joris van Haalen.

Meer weten over internationaal arbeidsrecht? Zie ook de artikelen op onze website.

[1] Gerechtshof Amsterdam 31 januari 2023: ECLI:NL:GHAMS:2023:190 en ECLI:NL:GHAMS:2023:189

[2] Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid. N.B. Niet meer van toepassing, maar in deze zaak wel relevant omdat deze nog wel van toepassing was in de periode waar deze rechtszaak over gaat.

[3] Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.