HR beslecht bemiddelingsdiscussie

De Hoge Raad schept duidelijkheid over de lang omstreden bemiddelingsdiscussie tussen de huurder en de makelaar:

Als een verhuurder om niet op een website van de huurbemiddelaar een woonruimte vrijblijvend mag plaatsen en als na plaatsing op deze website voor een ieder kenbaar is dat deze woonruimte te huur is, dan heeft dit in beginsel te gelden als een bemiddelingsovereenkomst. Ook al zijn de verhuurder en de huurbemiddelaar geen bemiddelingsovereenkomst schriftelijk of mondeling overeengekomen. In dit geval mogen er door de huurbemiddelaar geen bemiddelingskosten in rekening worden gebracht bij de huurder!

Indien de website alleen als ‘elektronisch prikbord’ functioneert, dat wil zeggen dat de beheerder daarvan niet de aspirant-verhuurder en -huurder van elkaar afschermt en het hun dus niet onmogelijk maakt dat zij rechtstreeks en zonder zijn tussenkomst met elkaar in contact treden om over de totstandkoming van een huurovereenkomst te onderhandelen, dan kan de beantwoording van de vraag of al dan niet sprake is van een bemiddelingsovereenkomst anders zijn. Het verschil met bovenstaande situatie maakt dat de huurbemiddelaar in de advertentie van de woonruimte op de website vermeldt dat de potentiële huurder contact dient op te nemen met de verhuurder en zijn contactgegevens in de advertentie zijn vermeld. Deze situatie is wat mij betreft casuïstisch en het is nog maar de vraag hoe een rechter hier in de praktijk mee om zal gaan. Wellicht dat huurbemiddelaars hier hun voordeel mee kunnen doen?

Voor meer informatie zie ECLI:NL:HR:2015:3099.