Het medisch dossier van een familielid: de grens tussen betrokken zijn en inbreuk maken op

Artsen en verpleegkundigen komen in aanraking met vertrouwelijke informatie. De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) legt artsen en verpleegkundigen geheimhouding op. Maar wat als uw werkneemster het dossier van haar zus inkijkt?

Een verpleegkundige is jaren werkzaam voor een stichting voor psychiatrische verslavingszorg. Op een andere locatie dan waar deze verpleegkundige werkzaam is, wordt haar zus opgenomen. De verpleegkundige is niet de behandelaar van haar zus en is dus geheel niet professioneel bij haar betrokken. Na verloop van tijd valt het de zus van de verpleegkundige op dat familieleden vertrouwelijke informatie uit haar dossier kennen en zij maakt hier melding van. De werkgever kijkt vervolgens het systeem na en constateert dat de verpleegkundige in het afgelopen anderhalf jaar liefst 469 keer het medisch dossier van haar zus heeft geraadpleegd, zonder toestemming van de hoofdbehandelaar of haar leidinggevende.

De werkgever stelt dat zijn werkneemster de integriteitsregels ernstig heeft geschonden terwijl deze regels haar als BIG geregistreerd verpleegkundige welbekend behoren te zijn. Derhalve is de verpleegkundige op non-actief gesteld en is verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De verpleegkundige verweert zich door te stellen dat zij, in tegenstelling tot wat haar werkgever stelt, de contactpersoon van haar zus was, dat zij toestemming had van haar zus om het dossier in te kijken en dat zij niet wist dat zij – door dat te doen – risico liep op ontslag. De verpleegkundige onderbouwt dat laatste door aan te geven dat nergens in de reglementen staat dat het contactpersonen niet is toegestaan het medisch dossier van hun opgenomen familielid in te kijken. Ook beweert de verpleegkundige dat zij de vertrouwelijke informatie niet met derden heeft gedeeld en dus haar geheimhoudingsverplichting niet heeft geschonden. Tenslotte vindt de verpleegkundige dat zij zich onvoldoende heeft kunnen distantiëren van de situatie, aangezien haar verzoek tot overplaatsing, dat zij direct indiende toen duidelijk werd dat haar zus bij haar werkgeefster werd opgenomen, werd geweigerd. Haar werkgever deelde haar als reactie op dat verzoek mede dat zij als professional hiermee om moest kunnen gaan.

De kantonrechter oordeelt dat het gedrag van de verpleegkundige zeer verwijtbaar is. De verpleegkundige had zich nooit zonder toestemming van de behandelaar toegang tot het elektronische patiëntendossier van haar zus mogen verschaffen. Ook niet als zij daarvoor de toestemming van haar zus had. De stelling dat de verpleegkundige niet wist dat zij ongeoorloofd handelde acht de kantonrechter ongeloofwaardig: de verpleegkundige is een ervaren, BIG-geregistreerde verpleegkundige. De kantonrechter laat de werkgever echter niet vrijuit gaan. Die had de verpleegkundige niet in deze positie moeten laten belanden. Er had een protocol voor deze situatie moeten bestaan en de werkgever had de verpleegkundige moeten verzoeken een (tijdelijke) overplaatsing te accepteren. Alles overwegende ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst en hij verstrekt de verpleegkundige een beperkte vergoeding (C=0,3).

Een zorginstelling kan niet vermijden dat zij patiënten opneemt die banden hebben met haar werknemers. Maar wat zijn de geldende regels in deze situatie? Hoe kunt u als werkgever duidelijkheid scheppen voor uw werknemers? Wat kunt u doen om een situatie zoals hierboven te voorkomen? Heeft u vragen over het protocol van uw instelling of heeft u een soortgelijke situatie in uw organisatie, neem dan contact op met Bert van den Boom, +31 73 61 61 143.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?