Global mobility update

In deze bijdrage gaan wij in op twee elementen van het Nederlandse beleid aangaande de fiscale behandeling van grensoverschrijdend werken. Het betreft de toepassing van de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers en een beleidswijziging voor de voorkoming van dubbele belasting bij bestuurdersvergoedingen.

1. De 30%-regeling voor uitgezonden werknemers

Recent heeft de Belastingdienst een handreiking uitgevaardigd over de toepassing van de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers. Voor tijdelijk uitgezonden werknemers mag een werkgever onder voorwaarden de 30%-regeling toepassen. Dit betekent dat de werkgever, zonder daarvan nader bewijs te leveren, 30% van het loon (inclusief de vergoeding) kan aanwijzen als gericht vrijgestelde vergoeding voor de extraterritoriale kosten.

Voor bepaalde werknemers…

De 30%-regeling geldt voor de volgende werknemers:

  • werknemers die vanuit Nederland worden uitgezonden naar landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en een aantal Oost-Europese landen
  • werknemers die vanuit Nederland worden uitgezonden om in een ander land wetenschap te beoefenen of onderwijs te geven
  • ambtenaren die Nederland vertegenwoordigen in het buitenland
  • ambtenaren, rechterlijke ambtenaren en militairen die worden uitgezonden naar de BES-eilanden, Curaçao, Sint Maarten of Aruba
  • militairen die worden uitgezonden naar landen buiten het Koninkrijk der Nederlanden

Dagenvoorwaarde

Om gebruik te kunnen maken van de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers moet de werknemer in een periode van twaalf maanden minimaal 45 dagen in het buitenland verblijven. In principe tellen uitzendingen van 15 dagen of minder niet mee. Evenwel, als de werknemer hieraan voldoet, dan mag de werkgever de 30%-regeling voor alle uitzendingen van ten minste 10 dagen.

Geen beschikking nodig

Als aan genoemde voorwaarden wordt voldaan, kan de werkgever de 30%-regeling toepassen. Hiervoor is geen beschikking van de Belastingdienst nodig.

Extra vergoeding voor extraterritoriale kosten

De werkgever kan ervoor kiezen om naast het toepassen van de 30%-regeling een extra vergoeding aan de werknemer te betalen voor de werkelijke extraterritoriale kosten. Deze vergoeding is dan loon van de werknemer. De werkgever mag dit loon aanwijzen als eindheffingsloon als dit gebruikelijk is. Hiervoor is vereist dat de aan te wijzen vergoedingen of verstrekkingen als eindheffingsloon niet in belangrijke mate (30%) hoger zijn dan de vergoedingen en verstrekkingen die in overeenkomstige omstandigheden als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. De vergoeding komt dan ten laste van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Afhankelijk van de hoogte van het loon van de werknemer, kan het voordelig zijn om de extra vergoeding aan te wijzen als eindheffingsloon ongeacht of dit loon in de vrije ruimte valt.

Vergoeding van werkelijke kosten

Als de werkelijke extraterritoriale kosten hoger zijn dan de 30%-vergoeding, kan de werkgever ervoor kiezen om de werkelijke kosten onbelast te vergoeden. Er dient een administratie te worden bijgehouden van de extraterritoriale kosten.

2. Voorkoming van dubbele belasting bestuurders- en commissarisbeloningen

Op 29 mei 2020 publiceerde het kabinet de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020. Hierin is het Nederlandse beleid met betrekking tot het aangaan en de toepassing van verdragen ter voorkoming van dubbele belasting beschreven. Sinds 2008 is het Nederlands beleid om, ter voorkoming van dubbele belasting, op buitenlandse bestuurdersbeloningen in principe de vrijstellingsmethode toe te passen. Op basis van het nieuwe beleid zal de goedkeuring om de vrijstellingsmethode toe te passen op bestuurders- en commissarisbeloning worden ingetrokken. Dit zal er in veel gevallen toe leiden dat effectief meer belasting verschuldigd is over de beloning.

Voorkoming van dubbele belasting voor bestuurders- en commissarisbeloning

Een inwoner van Nederland is belastingplichtig in Nederland over zijn wereldinkomen. Het inkomen dat wordt genoten als bestuurder of commissaris van een buitenlandse vennootschap wordt op basis van Nederlandse belastingverdragen (gewoonlijk) belast in het land waar de vennootschap is gevestigd. Ter voorkoming van dubbele belasting wordt op basis van de meeste belastingverdragen de verrekeningsmethode toegepast. Op basis van deze methode geeft Nederland (slechts) een aftrek op de Nederlandse inkomstenbelasting ter hoogte van de in het buitenland betaalde inkomstenbelasting. Als de in het buitenland betaalde belasting lager is dan het Nederlandse belastingniveau, zal Nederland ‘bijheffen’.

Sinds 2008 wordt goedgekeurd dat voor de bestuurders- en commissarisbeloning de vrijstellingsmethode (met progressievoorbehoud) wordt toegepast in plaats van de verrekeningsmethode. Hiervoor dient te worden voldaan aan twee voorwaarden. Vereist is dat de bestuurdersbeloning in het andere land in de belastingheffing zijn betrokken en het belastingregime voor de bestuurdersbeloning niet gunstiger is dan voor normale arbeidsbeloningen van buitenlandse werknemers. Toepassing van de vrijstellingsmethode leidt ertoe dat Nederland aftrek op de Nederlandse inkomstenbelasting geeft door de buitenlandse beloning vrij te stellen tegen het gemiddelde Box I-inkomstenbelastingtarief dat voor deze persoon geldt. Het gemiddelde belastingtarief wordt berekend over het wereldinkomen. De hoogte van de in het buitenland betaalde belasting is dan niet van belang.

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020

In de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 is aangekondigd dat de goedkeuring die sinds 2008 geldt, zal worden ingetrokken. Hierdoor zal de methode voor de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting worden bepaald op basis van het toepasselijke belastingverdrag. Toepassing van de verrekeningsmethode leidt ertoe dat over de bestuurdersbeloning inkomstenbelasting wordt geheven ter hoogte van minimaal het Nederlandse belastingniveau.

In enkele belastingverdragen – zoals in het belastingverdrag Nederland-Luxemburg – is de vrijstellingsmethode opgenomen voor bestuurdersbeloningen. De wijziging van het Nederlandse beleid zal in een dergelijk geval geen gevolgen hebben voor (de hoogte van) de belastingheffing.

Contact

De gevolgen van de wijziging zijn afhankelijk van de specifieke situatie van uw organisatie. Wij helpen u graag om uw situatie te analyseren en de fiscale gevolgen daarvan in kaart te brengen. Neem voor meer informatie contact op met een van onze specialisten.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?