Franchise facetten; prognoses

De afgelopen jaren wordt er steeds meer geprocedeerd in franchisekwesties. Zo werd het afgelopen jaar in verschillende instanties (kort geding, bodem, hoger beroep) een veertigtal zaken aan de Nederlandse rechter ter beoordeling voorgelegd. Het merendeel van deze zaken werd aangespannen door franchisegevers, die ook (op hoofdpunten) het meeste in het gelijk werden gesteld.

Recent gevoerde gerechtelijke procedures zagen met name op een aantal klassieke geschilpunten tussen franchisegever en franchisenemer. Een klassiek voorbeeld van een belangrijk geschilpunt zijn omzet- en resultaatsprognoses, welke centraal zullen staan in dit eerste artikel in de reeks “Franchise Facetten”.

Prognoses

In het onderhandelingstraject tussen franchisegever en kandidaat-franchisenemer worden meer dan eens prognoses door franchisegever verstrekt, met daarin gedetailleerde informatie over de omzet en/of het resultaat dat de kandidaat-franchisenemer bij toetreding tot de formule op den duur (op een bepaalde locatie) redelijkerwijs moet kunnen behalen. Mede aan de hand van een dergelijke prognose zal de kandidaat-franchisenemer beslissen of hij tot het formulenetwerk van franchisegever wil toetreden.

Zorgplicht franchisegever

Onderdeel van de zorgplicht van franchisegever is om kandidaat-franchisenemer in de precontractuele fase zorgvuldig en volledig te informeren. Franchisegever is in dit kader naar vaste rechtspraak niet verplicht tot het verstrekken van prognoses. Dat laat echter onverlet dat indien franchisegever toch prognoses afgeeft, de kandidaat-franchisenemer daarvan het een en ander mag verwachten.

Zo mag het onderzoek dat franchisegever ten behoeve van de prognose heeft verricht niet zijn gebaseerd op onjuiste uitgangspunten en mag aan duidelijk aanwezige negatieve effecten niet voorbij zijn gegaan. Uitgangspunt is dat aan prognoses van franchisegever een grondig en zorgvuldig haalbaarheidsonderzoek (te weten een vestigingsplaats- en marktonderzoek) ten grondslag moet liggen.

Indien kandidaat-franchisenemer zelf een prognose maakt, is franchisegever in beginsel niet gehouden om deze op juistheid te controleren. Echter, indien franchisegever kandidaat-franchisenemer begeleidt in diens financieringstraject bij de bank en in dat verband onjuiste cijfers niet nuanceert, wordt de prognose van kandidaat-franchisenemer gelijk gesteld met een door franchisegever zelf afgegeven prognose.

Op franchisegever rust niet zonder meer een mededelingsplicht ten aanzien van de ervaringen van andere franchisenemers. Dit ligt anders indien bijvoorbeeld een voormalig franchisenemer op dezelfde locatie failliet is gegaan.

Onderzoeksplicht kandidaat-franchisenemer

Op franchisegever rust aldus een zorgplicht ten aanzien van de kandidaat-franchisenemer. Deze laatste moet mogen vertrouwen op de aan hem ter beschikking gestelde informatie. Wel mag van de kandidaat-franchisenemer als ondernemer worden verwacht dat hij een kritische houding aanneemt ten aanzien van de aan hem verstrekte prognoses. Op de kandidaat-franchisenemer rust de verplichting om de zaken grondig te onderzoeken en, indien nodig, door te vragen naar specifieke punten alvorens hij de franchiseovereenkomst ondertekent.

Dit geldt temeer indien sprake is van een relatief nieuwe franchiseformule en er om die reden nog weinig tot geen betrouwbare gegevens voorhanden zijn. Uitlatingen over omzet en resultaat aangaande een geheel nieuw(e) formule en/of gebied dienen door de kandidaat-franchisenemer te worden bezien als promotionele activiteit.

Tegenvallende resultaten

Gedurende de exploitatie van de franchiseformule blijkt helaas regelmatig dat de verstrekte prognose geen realiteit wordt, waarna discussie ontstaat over de vraag wie dienaangaande een verwijt te maken is. Indien er daadwerkelijk sprake is geweest van een foutieve prognose, kan de franchisegever daarvoor onder omstandigheden aansprakelijk zijn.

Echter, het enkele feit dat het resultaat van franchisenemer achterblijft bij de afgegeven prognose, brengt niet zonder meer met zich mede dat die prognose ondeugdelijk was. Het is voor de franchisegever onmogelijk te garanderen dat de geprognosticeerde resultaten ook daadwerkelijk worden behaald. Prognoses zijn immers naar hun aard een inschatting en het met de exploitatie van de formule te behalen resultaat is evengoed afhankelijk van het doen en nalaten, de inspanningen en kwaliteiten van de franchisenemer.

Toch grijpen veel franchisenemers een dergelijke situatie aan om te betogen dat bij de totstandkoming van de franchiseovereenkomst sprake is geweest van dwaling (“Zij hadden de overeenkomst nooit gesloten bij een juiste voorstelling van zaken, althans niet onder de dezelfde voorwaarden”) en/of dat franchisegever bij het verstrekken van de prognoses onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld. Een geslaagd beroep op dwaling resulteert in een vernietiging van de franchiseovereenkomst met terugwerkende kracht. Een beroep op onrechtmatige daad kan slagen indien de gegevens die aan de prognose ten grondslag lagen ernstige fouten bevatten en aan franchisegever is toe te rekenen dat hij (kandidaat-) franchisenemer daarop niet heeft geattendeerd. Bij een geslaagd beroep op onrechtmatige daad kan franchisenemer aanspraak maken op schadevergoeding.

Alhoewel het in beginsel aan franchisenemer is om te stellen en bewijzen dat sprake is van een ondeugdelijke prognose, zal franchisegever inzicht moeten bieden in de wijze waarop de prognose tot stand is gekomen. Dit betekent dat franchisegevers er te allen tijde voor dienen te zorgen dat zij een deugdelijke cijferkundige verantwoording voor de afgegeven prognoses beschikbaar hebben. Er is ook rechtspraak waarin de rechter de bewijslast omkeert.

Zelfs als de tegenvallende resultaten en het niet behalen van de prognose zuiver de verwezenlijking van het ondernemersrisico van franchisenemer blijken, geldt volgens vaste rechtspraak dat franchisegever in het kader van diens zorgplicht de franchisenemer bijstand en advies dient te geven met als doel het tij te keren.

Conclusie

Kortom, een franchisegever is niet onbeperkt verantwoordelijk voor de verwachtingen en resultaten van de (kandidaat-)franchisenemer, maar het opstellen en verstrekken van prognoses, evenals het tijdig ingrijpen of bijsturen, is wel een serieuze aangelegenheid. Zowel franchisegever als franchisenemer doen er verstandig aan om dienaangaande juridisch advies in te winnen.