(Dreigende) discontinuïteit van zorgverlening en jeugdhulp

Nuancering loonsancties

Zorgaanbieders moeten zijn voorbereid op situaties waarin er (mogelijk) risico’s ontstaan voor de continuïteit van zorg aan patiënten en cliënten. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan (dreigende) sluiting, faillissement en het afstoten van zorgtaken. Medio dit jaar heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een handreiking gepubliceerd, waarin zij heeft uiteengezet wat in dit soort situaties van zorg- en jeugdhulpaanbieders wordt verwacht.  

Leidraad continuïteit van zorg en jeugdhulp

In de Leidraad continuïteit van zorg en jeugdhulp onderscheidt de IGJ de volgende drie situaties van (dreigende) discontinuïteit:

  1. sluiting, faillissement en/of afstoten van zorgtaken;
  2. wachtlijsten;
  3. samenwerking binnen ketens en/of netwerken van zorgverleners.

Voor zorginstellingen die in financieel zwaar (dreigen te) verkeren is vooral de eerste categorie van belang. Voor die categorie heeft de IGJ omschreven wat zij van zorgaanbieders verwacht om a) voorbereid te zijn op een scenario waarin discontinuïteit van zorgverlening dreigt te ontstaan, b) wanneer er daadwerkelijk discontinuïteit van zorg lijkt te ontstaan en c) wat in het bijzonder geldt ten aanzien van de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg.

In de situatie dat er daadwerkelijk discontinuïteit van zorg lijkt te ontstaan, moeten de activiteiten van alle betrokkenen gericht zijn op een warme overdracht van de zorgverlening. In dit kader benadrukt de IGJ dat het belang van cliënten of patiënten immer voorop dient te staan en zakelijke afwegingen niet mogen prevaleren. Ook zijn onder meer een heldere verantwoordelijkheidsverdeling, een transparante (gezamenlijke) organisatie- en communicatie(structuur), een goede positionering en zorginhoudelijke inbreng van zorgverleners van belang.

De IGJ benadrukt dat een zorgaanbieder het veelal niet alleen kan en dat ook andere partijen, zoals zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten, een belangrijke verantwoordelijkheid hebben bij het realiseren van goede en toegankelijk zorg. De leidraad richt zich dan ook op die zaken die in de invloedssfeer van de zorgaanbieder liggen, met dien verstande dat het ook gaat om acties die een zorgaanbieder kan ondernemen om ketenpartners, zoals gemeenten of verzekeraars, in staat te stellen invulling te geven aan hún verantwoordelijkheid om goede en toegankelijke zorg te borgen.

De leidraad is geen allesomvattend stappenplan. Het schetst de kaders waarbinnen zorgaanbieders worden geacht te handelen. Wat er in een bepaalde situatie precies nodig is, hangt af van de specifieke context en/of de specifieke behoefte van een patiënt of cliënt.

Heeft u advies nodig over hoe te handelen in een situatie van (dreigende) discontinuïteit? Neemt u gerust contact op met een van onze specialisten.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?