De belangrijkste wijzigingen in 2015 op rekenkundig gebied

Werk en inkomen

De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon zijn per 1 januari 2015 gestegen.

Verhoging algemene heffingskorting

De maximale heffingskorting is verhoogd met € 100. Voor mensen met een hoger inkomen (vanaf € 19.822)wordt de heffingskorting inkomensafhankelijk verlaagd. De maximale verlaging bedraagt in 2015 € 861. De heffingskorting bedraagt in 2015 € 1.342 voor inkomens vanaf € 56.935. 

Tarieven box 1 en box 2 omhoog

Het tarief van de eerste schijf is verhoogd naar 36,5%. Daarnaast is het in 2014 tijdelijk verlaagd tarief in box 2 (aanmerkelijk belang) incidenteel omhoog gegaan van 22% naar 252%. Bij aanmerkelijk belang bezit iemand minimaal 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen van een vennootschap. 

Verhoging arbeidskorting

De maximale arbeidskorting is verhoogd met € 123 naar € 2.220. De arbeidskorting werd al inkomensafhankelijk afgebouwd vanaf inkomens van circa € 40.000 tot uiteindelijk € 367 bij een inkomen van circa € 85.000. In 2015 is het inkomen waarbij de arbeidskorting wordt afgebouwd, verhoogd naar circa € 50.000. Daarnaast is de inkomensafhankelijke afbouw versterkt. Bij een inkomen vanaf circa € 100.000 bedraagt de arbeidskorting nog € 184. 

Werkbonus afgeschaft

De werkbonus is afgeschaft voor nieuwe gevallen. Uiteindelijk vervalt de werkbonus helemaal. Geldt voor werkende mensen van 61 tot 64 jaar (op 1 januari 2015) met een inkomen vanaf 90% van het wettelijk minimumloon. 

Wonen 

Maximaal belastingtarief hypotheekrenteaftrek omlaag

Het maximale belastingtarief waartegen hypotheekrenteaftrek kan worden afgetrokken daalt in 2015 verder met 0,5 %. Het tarief bedraagt 51% voor zover de aftrek plaats zou vinden tegen het tarief van de vierde schijf. 

Eigenwoningforfait verhoogd

Het eigenwoningforfait stijgt van 0,70% naar 0,75%. 

Gezin  

Minder kindregelingen in 2015

Sinds 1 januari 2015 zijn er nog 4 kindregelingen voor inkomensondersteuning van ouders: de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag.

De ouderschapsverlofkorting, de alleenstaande ouderkorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting zijn afgeschaft. Alleenstaande ouders zonder toeslagpartner met recht op kindgebonden budget krijgen in plaats van de alleenstaande ouderkorting extra kindgebonden budget.

Kindgebonden budget verhoogd

Vanaf 2015 zijn er minder regelingen die ouders financieel ondersteunen. Een deel van deze ondersteuning krijgt men voortaan via het kindgebonden budget. Een alleenstaande ouder ontvangt maximaal € 3.050 meer kindgebonden budget. Dit is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Dit bedrag vervangt de aanvulling op de minimumuitkeringen van de gemeente, de Sociale Verzekeringsbank of UWV. Het bedrag vervangt ook de alleenstaande ouderkorting. De tegemoetkoming voor ouders in de schoolkosten (WTOS) voor kinderen jonger dan 18 jaar verdwijnt op 1 augustus 2015. Het kindgebonden budget voor kinderen van 16 en 17 jaar gaat vanaf dat moment omhoog. 

Kinderbijslag

De hoogte van de kinderbijslag wordt niet aangepast aan de inflatie.

De Tegemoetkoming ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) is opgegaan in de kinderbijslag. Ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen krijgen recht op 2x kinderbijslag. 

Zorg  

Verplicht eigen risico wordt €375

Het verplicht eigen risico van de zorgverzekering bedraagt € 375. Dit eigen risico geldt voor alle verzekerden vanaf 18 jaar. 

Meer en minder zorgtoeslag

De zorgtoeslag is hoger wanneer het inkomen gelijk is aan het minimumloon of minder. De maximum zorgtoeslag is voor alleenstaanden € 942. Voor meerpersoonshuishoudens € 1.788. Als het inkomen hoger is dan het minimumloon krijgt men minder zorgtoeslag. 

Wlz – Wet langdurige zorg

De Wlz is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, heeft men een Wlz-indicatie nodig van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). 

Sociale zekerheid  

Participatiewet

Vanaf 2015 vervangt Participatiewet de Wet sociale werkvoorziening. Met de Participatiewet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. De Participatiewet omvat onder andere de bijstand en de Wajong. De Wajong bestaat vanaf 2015 alleen nog voor mensen die nooit meer kunnen werken. De bestaande Wajongers zullen de komende jaren getoetst worden op hun arbeidsvermogen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor werk voor mensen met een arbeidsbeperking. 

Aanpassing uitkeringsbedragen

Per 1 januari 2015 zijn de meeste uitkeringen, zoals de AOW, WW en de Wajong gewijzigd. Deze uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. 

Anw-nabestaandenuitkering met kinderen < 18 jaar verlaagd

Vanaf 1 januari 2015 bedraagt het Anw-bedrag voor een nabestaande met kinderen jonger dan 18 jaar 70% van het minimumloon. Een verhoging van het kindgebonden budget die de Belastingdienst uitbetaalt, compenseert deze verlaging.

Verhoging AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd is met 1 maand verhoogd. De AOW-leeftijd is momenteel 65 jaar en 3 maanden. Diverse fiscale faciliteiten die gelden voor 65+-ers, zoals bijvoorbeeld heffingskortingen en de belastingtarieven, groeien mee met deze leeftijd. 

AOW-partnertoeslag vervalt

Vanaf 1 april 2015 vervalt de inkomensafhankelijke partnertoeslag. Dit is een toeslag die AOW-ers met een jongere partner krijgen wanneer die partner geen of weinig inkomen heeft. Degenen die vóór 1 januari 1950 geboren zijn en een AOW-toeslag ontvangen, behouden deze toeslag totdat de jongere partner AOW-pensioen krijgt of een te hoog inkomen krijgt. 

Pensioen  

Verlaging maximum opbouw- en premiepercentages pensioenen

De maximale opbouwpercentages gaan in 2015 verder omlaag. Van jaarlijks 1,9 naar 1,657 procent (eindloonregelingen) en van 2,15 naar 1,875 procent (middelloonregelingen). De staffels voor beschikbare premieregelingen gaan navenant omlaag, evenals de maximale opbouwpercentages voor partnerpensioen en wezenpensioen. Opgebouwde pensioenaanspraken blijven intact. 

Maximering pensioengevend inkomen

Het pensioengevend loon is vanaf 1 januari 2015 maximaal € 100.000 (geïndexeerd). Dat betekent dat er geen fiscaal gefacilieerde pensioenopbouw meer kan plaatsvinden over het inkomen boven deze grens. Maximering van het pensioengevend loon geldt niet voor arbeidsongeschiktheidspensioen.

Dit artikel is ook opgenomen in Opmaat Letselschade. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marloes Hulstein, +31 40 23 80 682.

 

Bron: www.hetrekenbureau.nl