De economie in zwaar weer: Borgtocht voor een financieel zwakke onderneming

Borgtocht

De advocaten van team Utrecht van Holla legal & tax schrijven elke dinsdag een artikel in de reeks “De economie in zwaar weer”. Zij zullen ingaan op diverse juridische vraagstukken die kunnen spelen bij ondernemingen die in ‘zwaar weer’ verkeren. Echter, het is altijd goed om al in een eerder stadium bewust te zijn van de (on)mogelijkheden. Dit voordat het te laat is!

Op 4 oktober jl. wees het hof in Den Bosch een arrest over het door een bestuurder (rechtsgeldig) verstrekken van een borgtocht ten behoeve van zijn onderneming. Wat maakt deze zaak bijzonder? Dat het hof bij haar beoordeling het ook van belang acht dat de onderneming er financieel zwak voor stond.

De aanleiding daartoe was klassiek. De onderneming kon zijn betalingsverplichtingen niet nakomen en de bestuurder werd verzocht zich borg te stellen, hetgeen ook gebeurde. Op het moment waarop de bestuurder hierop werd aangesproken door de schuldeiser verweerde de bestuurder zich met de stelling dat zijn echtgenote geen toestemming had verleend voor de borgtocht. Aldus zou de borgtocht niet aan de wettelijke voorwaarden voldoen en niet in te roepen zijn tegen hem.

Toestemming echtgenoot vereist?

De vraag was of dit verweer in dit geval terecht was. Uit de wet volgt namelijk dat voor het stellen van een borgtocht toestemming nodig is van de echtgenoot, tenzij deze borgtocht is geschied ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf. Deze bepaling strekt er toe om de ene echtgenoot te beschermen tegen bepaalde risicovolle handelingen van de andere echtgenoot.

Wat is een normale uitoefening van het bedrijf?

Volgens eerdere uitspraak van de Hoge Raad moet de vraag of het toestemmingsvereiste van toepassing is, worden beantwoord aan de hand van de vraag of de handeling waarvoor de borgtocht is verstrekt daadwerkelijk behoort tot handelingen die ten gunste van de normale uitoefening van het bedrijf worden verricht. Dit hangt telkens af van de omstandigheden van het geval. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de financiële situatie van het bedrijf, de aard van de bedrijfsuitoefening en het voordeel dat het bedrijf van de handeling had. Ook volgt uit eerdere rechtspraak van de Hoge Raad dat de uitzonderingssituatie – doelend op de situatie dat de borgtocht is aangegaan ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf en dus geen toestemming van de echtgenoot vereist zou zijn op grond van de wet – terughoudend moet worden toegepast.

Onderneming financieel zwak

Volgens de rechtbank had de bestuurder zich ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf als borg gesteld waardoor de toestemming van de echtgenote niet nodig was, maar het hof oordeelde anders. Gelet op de uitzonderlijke situatie waarin de borgtocht werd afgegeven, te weten dat de onderneming van de bestuurder er financieel zwak voor stond, kon niet worden gezegd dat de borgtocht werd afgegeven voor normale, gebruikelijke bedrijfshandelingen. Dat de bedrijfsvoering inderdaad kon worden voortgezet door de borgtocht, maakt niet dat de bedrijfshandeling waarvoor deze borgtocht werd gesteld normaal of gebruikelijk was. Ook het in de borgtocht(overeenkomst) opnemen van de zin dat de borgtocht ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening werd verstrekt, mocht niet baten. De borgtocht voldeed niet aan de wettelijke vereisten en was dus niet in te roepen door de schuldeiser.

Heeft u vragen of wilt u nog meer informatie over borgtocht overeenkomsten? Laat het ons weten!

Interessante artikelen voor u

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?