Geschil over preferentiebeleid zorgverzekeraar. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en sport (hierna: de minister) wijst geneesmiddelen aan die worden opgenomen in het basispakket van voor vergoeding in aanmerking komende zorg. Zorgverzekeraars hebben vervolgens de bevoegdheid om van een groep door de minister aangewezen geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof, geneesmiddelen aan te wijzen die de zorgverzekeraar zal vergoeden. Dit wordt het preferentiebeleid genoemd. Menzis heeft aangekondigd dat zij vanaf 1 januari 2019 preferentiebeleid zal gaan voeren op Vitamine D, inhoudende dat alleen de verstrekking in de sterkte 25.000IE/30.000IE wordt vergoed. Volgens Goodlife, leverancier van diverse sterktes Vitamine D, is het Menzis niet toegestaan om slechts één sterkte als preferent aan te wijzen. Verder stelt Goodlife dat Menzis in haar overeenkomsten huisartsen en apothekers dwingt om alleen de als preferent aangewezen sterkte voor te schrijven en te verstrekken, ongeacht of deze sterkte medisch verantwoord is voor een verzekerde. In kort geding is Menzis een verbod opgelegd om dit preferentiebeleid uit te voeren. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad bij arrest van 9 juli 20211 geoordeeld dat het Menzis is toegestaan om in haar preferentiebeleid slechts één sterkte van een geneesmiddel met een bepaalde werkzame stof voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Vergoeding van het geneesmiddel in andere sterktes mag volgens de Hoge Raad niet worden geweigerd als de voorschrijvende arts vermeldt dat behandeling met het voorkeursgeneesmiddel medisch niet verantwoord is. Het inzicht van de arts is hier beslissend. Aan de medische noodzaak van het voorgeschreven geneesmiddel mogen apotheker of zorgverzekeraar geen nadere voorwaarden verbinden, aldus de Hoge Raad. In deze bodemprocedure ligt, na wijzigingen van eis in conventie en in reconventie na het arrest van de Hoge Raad, nog voor of Menzis onrechtmatig heeft gehandeld door de wijze waarop zij haar preferentiebeleid heeft vormgegeven en wenst uit te voeren. De tegenvordering van Menzis ziet op het feit dat Menzis vanwege het vonnis in kort geding haar preferentiebeleid niet heeft uitgevoerd, waardoor zij stelt schade te hebben geleden waarvoor zij Goodlife aansprakelijk acht. Gedurende de procedure is de situatie gewijzigd, doordat de minister vanaf 1 januari 2023 Vitamine D geheel uit het basispakket heeft gehaald.
Kort geding. Medipoint is een bedrijf dat hulpmiddelen en diensten levert aan zorginstellingen en eindgebruikers. Op grond van de Zorgverzekeringswet kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding dan wel verstrekking van (een deel van) die hulpmiddelen en diensten. Ten behoeve van het leveren van verzekerde hulpmiddelenzorg sluit Medipoint contracten met zorgverzekeraars. Afwijzing vordering tot indexeren tarieven. Eiseres (Medipoint) kan niet worden gevolgd in haar uitleg van de overeengekomen clausule.
Kort geding. Aanwezigheid van feitelijke hinderpaal voor afname van niet-gecontracteerde zorg niet aannemelijk. Verbod op terugvordering van teveel betaalde zorgkosten over het jaar 2022 afgewezen.
Alrijne en de maatschap zijn in 1984 overeengekomen dat Alrijne een deel van de salariskosten van de door de maatschap ingeschakelde mondhygiënisten kan doorbelasten aan de maatschap. De inwerkingtreding van een nieuwe tariefbeschikking van de NZa in 2009 heeft ertoe geleid dat voor een kaakchirurgisch consult bij de zorgverzekeraar een zogenoemd ‘kostendeel’ kan worden gedeclareerd. In geschil is of Alrijne in 2009 had moeten stoppen met het doorbelasten van de salariskosten voor de mondhygiënisten, vanwege het feit dat zij vanaf dat moment bij een kaakchirurgisch consult een ‘kostendeel’ bij de zorgverzekeraar kon declareren. Partijen twisten onder meer over de vraag of zij over deze kwestie in 2009 overeenstemming hebben bereikt.
Artikel 7.8 Regeling zorgverzekering en protocol Materiële Control. Controle vooraf door zorgverzekeraar met opschorting van betaling. Onzorgvuldig handelen zorgverzekeraar door detailcontrole te starten terwijl nog niet was voldaan aan eisen van artikel 7.8 Regeling zorgverzekering. Beperkte periode van onzorgvuldig handelen.