Nieuws

Update governance zorgaanbieders: over toelatingsvergunning, intern toezicht en pauzeknop jaarverantwoording (Wtza en Wmg)

Gepubliceerd op 15 nov. 2023

Pexels gustavo fring 3985166
In de afgelopen maanden is er de nodige reuring geweest over mogelijke versoepeling van de regels voor intern toezicht. Aanleiding was de aankondiging van minister Helder om een verkenning uit te voeren naar een passender en effectievere inrichting en invulling van het intern toezicht, waaronder het verleggen van de grens van 25 zorgverleners (onder meer van toepassing op eerstelijns zorgaanbieders). Een versoepeling vooruitlopend op de uitkomsten van die verkenning bleek later ijdele hoop. Het overgangsregime voor bepaalde zorgaanbieders om uiterlijk 31 december a.s. een toelatingsvergunning aan te vragen en, bij meer dan 10 of 25 zorgverleners, intern toezicht in te stellen, blijft ongewijzigd. Voor deze laatste eis geldt wel dat het CIBG in individuele gevallen meer tijd kan gunnen. Verder is de pauzeknop voor de jaarverantwoording over 2022 en 2023 definitief, ook al wordt deze naar verwachting pas medio 2024 geformaliseerd. In deze update de huidige stand van zaken op een rij.
  1. Wat houdt het overgangsregime van de Wtza in?

De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) is ingegaan op 1 januari 2022. Voor twee groepen zorginstellingen die al op 1 januari 2022 zorg verleenden, geldt een overgangsregime voor het aanvragen van een toelatingsvergunning en, indien wordt voldaan aan het getalscriterium van 10 of 25 zorgverleners, het instellen van intern toezicht. Het gaat om a) instellingen die op 1 januari 2022 op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) van rechtswege waren toegelaten en per die datum ook Wtza-vergunningplichtig werden en b) instellingen die op grond van de WTZi geen toelating hoefden te hebben en per 1 januari 2022 Wtza-vergunningplichtig werden. Het overgangsregime loopt af op 31 december 2023. Over wat dit regime voor (welke) zorgaanbieders betekent, schreef ik eerder deze blog. 
  1. Wat houdt de pauzeknop voor de jaarverantwoording in?

De pauze van de openbare jaarverantwoording houdt in dat zorgaanbieders die reeds voor 1 januari 2022 bestonden en voor wie de jaarverantwoording nieuw is over de boekjaren 2022 en 2023 geen jaarverantwoording openbaar hoeven te maken, in de zin van art. 40b Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). De minister wil deze pauzeknop medio 2024 met terugwerkende kracht regelen bij algemene maatregel van bestuur, zijnde het Besluit beperking werkingssfeer jaarverantwoording. De internetconsultatie van dit besluit is recent afgesloten. Het streven is dat deze AMvB medio 2024 wordt gepubliceerd en in werking treedt. Op www.jaarverantwoordingzorg.nl is bevestigd dat zorgaanbieders die voor de pauze in aanmerking komen in de praktijk al wel van de voorgenomen pauze mogen uitgaan. Voorbeelden van zorgaanbieders waarvoor de pauze geldt, zijn bestaande praktijken van huisartsen en fysiotherapeuten, medisch specialistische bedrijven (msb), maar ook zorginstellingen die uitsluitend als onderaannemer werkzaam zijn of uitsluitend PGB-gefinancierd zijn. De pauze geldt niet voor nieuwe zorgaanbieders die na 1 januari 2022 zijn opgericht of van organisatiestructuur zijn gewijzigd. Ook instellingen die zowel zorg als jeugdhulp leveren, bijvoorbeeld instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg, vallen niet onder de pauze.
  1. Geldt er ook een pauzeknop voor het aanvragen van een toelatingsvergunning en het instellen van intern toezicht?

 Nee. De pauzeknop geldt uitsluitend voor de jaarverantwoording over 2022 en 2023. De regels over de vergunningplicht en het intern toezicht zoals geregeld in de Wtza blijven ongewijzigd. Ofwel, zorgaanbieders die voor 1 januari 2022 van rechtswege waren toegelaten of geen WTZi-vergunning hoefden te hebben en onder het overgangsrecht Wtza vallen, moeten uiterlijk 31 december 2023 een vergunningaanvraag ingediend hebben en -in beginsel- intern toezicht ingesteld hebben (zie ook onderdeel 1). Over de eis van intern toezicht was onduidelijkheid ontstaan toen minister Helder in haar Kamerbrief over ‘de invoeringstoets op de Wtza’ van 28 september 2023 aankondigde een verkenning uit te gaan voeren naar de inrichting en invulling van het intern toezicht. Daarbij leek de minister op een zekere gedoogperiode c.q. soepeler handhavingsregime te hinten, waardoor onduidelijk was of werd vastgehouden aan de eis om intern toezicht per 1 januari 2024 in te stellen of dat, in afwachting van de uitkomsten van de verkenning, een zorgaanbieder zou kunnen volstaan met aannemelijk te maken dat zij met het organiseren van intern toezicht aan de slag was gegaan. Niet veel later heeft het CIBG deze onduidelijkheid weggenomen en in een nieuwsbericht bevestigd dat de vergunningplicht en het intern toezicht onder het overgangsregime van de Wtza ongewijzigd blijven. Tegelijk blijkt er op individuele basis ruimte om langer de tijd te nemen om aan deze laatste eis te voldoen (zie onderdeel 4).
  1. Wat als een zorgaanbieder op 31 december 2023 nog geen intern toezicht heeft ingesteld?

 Ook als voor het einde van het jaar nog geen intern toezicht is ingesteld doet een zorgaanbieder er verstandig aan om uiterlijk 31 december 2023 een toelatingsvergunning aan te vragen. Bij de vergunningaanvraag toetst het CIBG op verschillende aspecten, waarvan de eis van intern toezicht er één is. Het CIBG heeft aangegeven er rekening mee te houden dat zorgaanbieders mogelijk nog niet aan de eis van intern toezicht voldoen maar er wel mee bezig zijn. Ook dan roept het CIBG op de vergunningaanvraag zo snel als mogelijk in te dienen. Daarbij geeft het CIBG aan dat zo nodig contact wordt opgenomen en de tijd wordt gegeven om alsnog aan de eisen te voldoen. Overigens kan een vergunning tot einde van het jaar nog kosteloos worden aangevraagd, daarna niet meer. Vanaf 1 januari 2024 betalen zorgaanbieders het reguliere tarief van 725 euro voor de vergunningaanvraag.
  1. Valt te verwachten dat de vergunningplicht en de eis van intern toezicht alsnog wijzigen?

 Of er iets aan de wettelijke vereisten voor de vergunningplicht en intern toezicht gaat veranderen, is nu niet duidelijk. Mogelijk geeft de verkenning van de minister naar de inrichting en invulling van het intern toezicht aanleiding om wijzigingen door te voeren. Of hieruit gaat volgen dat de grens van 25 zorgverleners wordt verlaten en naar boven wordt bijgesteld, naar aanleiding van het signaal uit vooral de eerstelijnszorg, is dus nog maar zeer de vraag. De uitkomsten van de verkenning worden medio 2024 verwacht. Concreter is het op 23 oktober jl. ingediende (gewijzigde) amendement van Tweede Kamerleden Van den Berg en Ellemeet (CDA en Groenlinks-PvdA) ingediend. Daarmee wordt geregeld dat er pas bij 25 fte’s aan zorgmedewerkers intern toezicht moet zijn in plaats van bij 10 zorgmedewerkers. Met deze wijziging wordt beoogd kleinschalige zorgaanbieders iets meer ruimte te bieden omdat de grens van 25 zorgmedewerkers snel bereikt is. Als dit amendement wordt aangenomen, rijst wel de vraag of een zorgaanbieder in de praktijk weer zo gemakkelijk van een eenmaal ingestelde interne toezichthouder af komt. Enerzijds zou de wettelijke verplichting daartoe worden weggenomen, anderzijds heeft de interne toezichthouder ook een statutaire basis gekregen. Om die basis te ontnemen, is goedkeuring van diezelfde interne toezichthouder vereist. Overigens is ook interessant dat beoogd wordt de grens te verleggen naar 25 fte's. De huidige drempels gaan uit van het aantal zorgverleners, ongeacht parttime of  fulltime. Het amendement beperkt zich niet tot een verhoging van de grens voor verplicht intern toezicht. De indieners willen een extra drempel inbouwen om met een zorgonderneming te kunnen starten door ook voor zorgaanbieders met minder dan 10 zorgverleners verplicht te stellen een toelatingsvergunning te moeten aanvragen. Daarnaast zouden zorgaanbieders met tien of minder aan fte’s ook eenmalig een financieel jaarverslag bij de NZa moeten indienen. Mocht dit jaarverslag niet aan de eisen voldoen, dan kan de vergunning worden ingetrokken. Voor bestaande zorgaanbieders zou voor deze uitbreidingen van de vergunning- en jaarverantwoordingsplicht een overgangsregime in het leven worden geroepen. Al dit met het doel om het kaf van het koren te scheiden. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn berichten wij hierover op onze website, via onze nieuwsbrief en LinkedIn-accounts.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief