Nieuws
Prinsjesdag deel 2
Gepubliceerd op 25 sep. 2018
Prinsjesdag 2018, deel 2: de belangrijkste wijzigingen op het gebied van de inkomstenbelasting en loonheffingen.
De derde dinsdag in september is ieder jaar weer een spektakel van nieuwe plannen en wijzigingen. Hieronder geven wij een overzicht van de belangrijkste wijzigingen op het gebied van de inkomstenbelasting en loonheffingen die in het Belastingplan 2019 werden gepresenteerd.
Inkomstenbelasting
Van vier belastingschijven terug naar twee!
Het kabinet gaat de belastingschijven in de inkomstenbelasting flink hervormen. Vanaf 2021 zijn er van de vier belastingschijven nog maar twee belastingschijven over, en voor wie AOW heeft, drie. In 2019 is het kabinet nog niet zover, maar om de tarieven naar elkaar toe te laten buigen, dalen de tarieven in de tweede, derde en vierde schijf (zie de tabel hieronder). In 2021 zal een basistarief gaan gelden van 37,05% voor inkomens onder de € 68.507 en wordt inkomen boven deze grens belast met een toptarief van 49,5%. Deze fiscale maatregelen worden genomen om werken aantrekkelijker te maken.
Het eigenwoningforfait wordt verlaagd
Doordat de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020 versneld verlaagd gaat worden, wordt het eigenwoningforfait ter compensatie ook verlaagd. Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 gaat het percentage dat in 2018 nog op 0,70 % staat in 2019 naar 0,65 % en in 2020 naar 0,60 %. Voor woningen boven € 1.060.000 blijft het percentage echter 2,35%. Verder wordt voor het belastingjaar 2018 het eigenwoningforfait bij toepassing van de uitzendregeling met terugwerkende kracht verlaagd naar 1,15 % (dit was 1,25 %).
Versnelde afbouw voor andere aftrekposten in de inkomstenbelasting
De hypotheekrenteaftrek wordt in 2019 verder afgebouwd tot 49 %. Vanaf 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek versneld afgebouwd in vier stappen van 46% naar 37,05 % in 2023.
Hetzelfde afbouwtraject gaat per 1 januari 2020 ook gelden voor de volgende grondslag verminderende posten in de inkomstenbelasting:
- de ondernemersaftrek: bestaande uit de zelfstandigenaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en stakingsaftrek;
- de mkb-winstvrijstelling;
- de terbeschikkingsstellingsvrijstelling;
- de persoonsgebonden aftrek: bestaande uit onder andere uit de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten, aftrekbare giften en nu nog de scholingsuitgaven en de uitgaven voor monumentenpanden.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.