Nieuws

Portretrecht Max Verstappen

Gepubliceerd op 3 jun. 2020

Formule 1
Geen inbreuk op portretrecht Max Verstappen door lookalike in Picnic commercial. Picnic maakt met het gebruik van een Max Verstappen lookalike in een commercial geen inbreuk op het portretrecht van Max Verstappen omdat het voor het publiek duidelijk is dat het gaat om een persiflage.

Portretrecht

Het portretrecht is (onder andere) geregeld in artikel 21 van de Auteurswet (Aw). Dit artikel luidt: “Is een portret vervaardigd zonder daartoe strekkende opdracht, den maker door of vanwege den geportretteerde, of te diens behoeve, gegeven, dan is openbaarmaking daarvan door dengene, wien het auteursrecht daarop toekomt, niet geoorloofd, voor zoover een redelijk belang van den geportretteerde of, na zijn overlijden, van een zijner nabestaanden zich tegen de openbaarmaking verzet.” Op grond van artikel 21 Aw moet er dus sprake zijn van een portret en moet de geportretteerde een redelijk belang hebben om zich tegen openbaarmaking van zijn portret te verzetten. Het vereiste van een redelijk belang biedt veel ruimte voor de rechter om alle belangen van partijen tegen elkaar af te wegen. Bij bekende personen is het zo dat zij zogeheten ‘verzilverbare populariteit’ genieten. Dit betekent dat zij vanwege hun bekendheid hun portret commercieel kunnen inzetten om er zodoende geld mee te verdienen. Deze verzilverbare populariteit kan een redelijk belang zijn in de zin van artikel 21 Aw.

Wat is er aan de hand tussen Max Verstappen en Picnic?

Eind september 2016 heeft Picnic op haar Facebookpagina een reclamefilmpje online gezet. In dit filmpje is een Max Verstappen lookalike te zien die in een Picnic wagentje boodschappen rondbrengt. De lookalike draagt dezelfde raceoutfit en dezelfde pet als Max Verstappen vaak draagt. Het reclamefilmpje is hier te zien: https://vimeo.com/201184234. Max Verstappen dagvaardde Picnic op grond van een portretrechteninbreuk en eiste een schadevergoeding van € 350.000,=. De Rechtbank Amsterdam gaf Max Verstappen grotendeels gelijk en oordeelde kortgezegd dat er sprake was van een portretrechtinbreuk omdat de lookalike alle karakteristieke kenmerken vertoont (raceoutfit, pet, haarkleur, silhouet, postuur) van het portret Max Verstappen. De schade werd door de Rechtbank Amsterdam begroot op € 150.000,=. Vervolgens volgt hoger beroep.

Hof Amsterdam

Het Hof Amsterdam is het niet eens met de Rechtbank Amsterdam en wijst in een kort en bondig vonnis alle eisen van Max Verstappen af. Het Hof stelt om te beginnen vast dat er geen sprake is van een portret van Max Verstappen omdat het duidelijk is dat het hier gaat om een persiflage en dat niet Max Verstappen zelf wordt afgebeeld. De bescherming van artikel 21 Aw gaat volgens het Hof niet zo ver dat zij zich uitstrekt tot verspreiding van beeldmateriaal waarin bepaalde kenmerken van de verschijning van Max Verstappen door een ander worden uitgebeeld en/of nagespeeld of nagebootst zolang er geen twijfel bestaat dat het niet Max Verstappen betreft maar een persoon die op hem lijkt. Nu het Hof heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een portret komt zij aan het vereiste van een redelijk belang niet meer toe. De vraag of de commercial van Picnic anderszins onrechtmatig zou zijn jegens Max Verstappen wordt door het Hof ook ontkennend beantwoord, zo zijn de eer en goede naam van Max Verstappen niet aangetast door de Picnic commercial. Daar komt bij dat het enkele feit dat Max Verstappen een bekend persoon is en verzilverbare populariteit geniet niet voldoende is om, zonder bijkomende omstandigheden, vast te stellen dat er sprake is van onrechtmatig handelen van Picnic jegens Max Verstappen door hem na te doen en/of na te bootsen.

Tot slot

Het Hof is duidelijk in haar motivering. Doordat er overduidelijk sprake is van een persiflage is er geen sprake van een inbreuk op het portretrecht van Max Verstappen. Er is volgens het Hof zelfs geen sprake van het gebruik van het portret van Max Verstappen. Dit laatste is enigszins opmerkelijk en een twistpunt waar de meningen over verdeeld kunnen zijn. Zo blijkt uit de rechtspraak dat ook een kenmerkende lichaamshouding een rol kan spelen en dat ook uit overige factoren (niet enkel het gelaat) de identiteit van een persoon kan blijken. Mocht Max Verstappen in cassatie gaan dan zou de Hoge Raad daar uitsluitsel over kunnen geven. Volledige uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2020:1410 Neem voor meer informatie contact op met een van onze specialisten.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief