Arresten Hoge Raad
Hoge Raad 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1172
Een patiënt heeft een operatie ondergaan waarbij een zogenoemde MoM-heupprothese is geplaatst. Deze heupprothese is door Zimmer c.s. op de markt gebracht en bestaat uit vier onderdelen, waaronder een kop en een kom. Deze onderdelen zijn op verschillende data geproduceerd door (de rechtsvoorganger van) Zimmer GmbH en op verschillende data afgeleverd aan de importeur. Naar aanleiding van een verhoging van de kobalt- en chroomwaarden in het bloed van de patiënt, zijn de kop en de kom van de heupprothese verwijderd. Patiënt vordert onder meer een verklaring voor recht dat Zimmer c.s. hoofdelijk aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van de implantatie van de heupprothese. Zimmer c.s. stelt daarentegen dat het recht om schadevergoeding te vorderen uit hoofde van productaansprakelijkheid conform art. 6:185 BW gelet op de vervaltermijn van art. 6:191 lid 2 BW is vervallen, omdat de kop van de heupprothese meer dan tien jaren voorafgaand aan de datum van de dagvaarding in het verkeer is gebracht. De rechtbank heeft overwogen dat door de samenvoeging van onderdelen tijdens de operatie een nieuw product is ontstaan en dat het recht om schadevergoeding te vorderen niet is vervallen, omdat vanaf de operatie tot het moment van dagvaarding minder dan tien jaar is verstreken. Het hof is ook van deze zaaksvorming uitgegaan, maar heeft op grond van een belangenafweging geoordeeld dat de vervaltermijn met betrekking tot het eindproduct is gaan lopen op de dag waarop de kom in het verkeer is gebracht. Volgens de Hoge Raad heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de heupprothese een (eind)product is in de zin van art. 6:187 BW, en dat de vervaltermijn van dat eindproduct pas aanvangt met het in het verkeer brengen van de kom omdat de kom als laatste in het verkeer is gebracht. De Hoge Raad oordeelt dat de vier onderdelen van de heupprothese afzonderlijke producten zijn. Uitgegaan moet worden van de datum waarop de kop in het verkeer is gebracht. De aansprakelijkheid ten gevolge van contact tussen de gebrekkige kom en de kop wordt echter niet verminderd door de omstandigheid dat de producent niet (meer) aansprakelijk is voor de kop. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof.