Arresten gerechtshof

Snowworld aansprakelijk voor schade van onervaren skiër die ten val komt bij gebruik van schans?

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 september 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3138

Appellant is op 18 november 2016 gaan skiën in een van de indoorskihallen van Snowworld. Appellant heeft op enig moment gebruik gemaakt van de schans in het Funpark en is daarbij ten val gekomen. Ten gevolge van deze val heeft appellant een dwarslaesie opgelopen. Op de in Snowworld aanwezige borden wordt geadviseerd om alleen gebruik te maken van het Funpark indien men een geoefende skiër is. Bij de ingang van het Funpark hangt bovendien een bord dat het Funpark bedoeld is voor ervaren skiërs/snowboarders en dat het betreden van het Funpark geheel op eigen risico is. In deze procedure ligt aan het hof de vraag voor of Snowworld aansprakelijk is voor het letsel van appellant. Apppellant stelt dat Snowworld er onvoldoende zorg voor heeft gedragen dat men op een veilige wijze gebruik kon maken van de skibaan. Het hof oordeelt dat appellant onvoldoende heeft betwist dat de door Snowworld aangedragen waarschuwingsborden niet aanwezig waren ten tijde van het ongeval van appellant. Appellant heeft eveneens aangevoerd dat er voor hem geen ruimte was om de schans te passeren. Het hof acht het daarbij een feit van algemene bekendheid dat skiën een sport is waarbij gevaar op vallen bestaat met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Iedere volwassene mag bekend worden verondersteld met dit risico. Het hof volgt appellant dan ook niet in de stelling dat er een onderscheid gemaakt dient te worden in skiërs die bijvoorbeeld het Alpengebied bezoeken en skiërs die een bezoek brengen aan Snowworld. Of Snowworld nog andere maatregelen dan de waarschuwingsborden had moeten treffen, is volgens het hof afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De vraag die daarbij beantwoord dient te worden is de vraag of Snowworld er rekening mee diende te houden dat een onervaren skiër gebruik zou maken van de schans waarbij deze niet bedacht zou zijn op het feit dat de schans voor deze skiër niet geschikt was. Het hof is van oordeel dat het voor een onervaren skiër zoals appellant duidelijk had moeten zijn dat het onveilig voor hem was om gebruik te maken van de schans. Zodoende hoefde Snowworld niet meer maatregelen te treffen dan zij reeds had gedaan. Het handelen van appellant viel dan ook buiten de in zijn algemeenheid te vergen voorzichtigheid van een skiër. Snowworld is niet aansprakelijk voor de schade van appellant.

Ballonvaarder aansprakelijk voor de dood van drie papegaaien na toepassing omkeringsregel?

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 oktober 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3533

De vraag die in deze zaak voorligt is of appellant de dood van drie kostbare papegaaien van geïntimeerde heeft veroorzaakt door met zijn luchtballon laag over dan wel nabij het perceel van geïntimeerde te varen. Appellant voerde de ballonvaart uit als onderdeel van een wedstrijd. De wedstrijdleiding had het perceel van geïntimeerde en een gebied rondom diens perceel aangeduid als verboden gebied. Het verbod, en daarmee dus de door appellant geschonden norm, strekte er mede toe om te voorkomen dat er door te laag overvarende ballonnen letsel zou worden toegebracht aan de papegaaien van geïntimeerde. Geïntimeerde stelt dat appellant, door laag over zijn perceel te varen, een schrikreactie bij de papegaaien heeft veroorzaakt waardoor deze zijn overleden. Appellant ontkent dat hij de dood van de drie papegaaien heeft veroorzaakt. Daartoe voert hij aan dat (i) niet vaststaat dat de papegaaien zijn overleden als gevolg van een schrikreactie die zou zijn veroorzaakt door een laag overvarende ballon en (ii) dat een eventuele schrikreactie en daarop volgend overlijden ook veroorzaakt kan zijn door één van de andere ballonnen die over het perceel van geïntimeerde zijn gevaren. Aangezien hier de gedraging in strijd was met een norm die juist strekt tot het voorkomen van dat specifieke gevaar, past het hof de omkeringsregel toe. Appellant moet aldus bewijzen dat er geen causaal verband bestaat tussen de dood van de drie papegaaien en de luchtballon die laag over het perceel van geïntimeerde vloog. Het hof oordeelt dat door appellant geen feiten en omstandigheden zijn gesteld die het aannemelijk maken dat de dood van de papegaaien ook zonder de aan hem verweten normschending zou zijn ontstaan. Derhalve oordeelt het hof dat appellant aansprakelijk is voor de schade die geïntimeerde door het overlijden van de papegaaien heeft geleden.

Identificatie in mortuarium van zoon voldoende voor toekenning shockschade van moeder?

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 25 oktober 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3691 (niet gepubliceerd)

In dit arrest na tussenarrest dient het hof te beoordelen of een identificatie van een zoon in het mortuarium en een verklaring van de huisarts omtrent het psychisch letsel van de moeder volstaan voor toekenning van shockschade. Bij tussenvonnis van 17 mei 2022 is moeder in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat bij haar psychisch letsel is ontstaan ten gevolge van de confrontatie met haar zoon in het mortuarium. De moeder heeft in dat kader een bericht van de huisarts overgelegd waarin wordt aangegeven dat er sprake is van langdurige en veelvuldige behandeling voor psychische stoornissen in verband met de identificatie van haar zoon in het mortuarium. Het hof stelt vast dat niet vereist is dat een psychische stoornis door een psycholoog is vastgesteld maar dat een verklaring van de huisarts evengoed volstaat. Het hof wijst de vordering omtrent shockschade toe. Alhoewel niet met zoveel woorden gezegd in het tussenarrest acht het hof een confrontatie met het dode lichaam in het mortuarium eveneens voldoende voor het toekennen van shockschade.